Monitoring en meting

monitoring en meting

Om de blootstelling aan risico's in kaart te brengen, is het vaak interessant om te meten, bv. voor blootstelling aan gevaarlijke gassen in de lucht of de hoeveelheid trillingen van een drilboor. Door de gemeten waarden te vergelijken met grens- of actiewaarden, kunnen gepaste maatregelen vastgesteld worden. Het meten kan eenmalig gebeuren, maar ook op geregelde tijdstippen. Dat laatste noemen we monitoring.

Wat meten?

Uiteenlopende factoren kunnen gemeten worden:

  • Geluid: langdurige blootstelling aan lawaai of een korte blootstelling aan erg harde geluiden kunnen gehoorproblemen veroorzaken.
  • Trillingen: hand-arm trillingen, lichaamstrillingen
  • Klimaat: temperaturen, luchtverplaatsing, luchtvochtigheid,... 
  • Verlichting
  • Stralingen
  • Stof: niet alleen bemoeilijkt stof de ademhaling, bij een te hoge stofconcentratie in de lucht ontstaat er ook ontploffingsgevaar. Inademing van fijn stof veroorzaakt bovendien taal van gezondheidsaandoeningen. 
  • Chemische stoffen
  • Biologische agentia

Wanneer men op een systematisch wijze metingen uitvoert en gegevens verzamelt, spreken we van monitoring.

In PreventMemo staat beschreven hoe u tewerk kan gaan bij het monitoren van chemische stoffen op de werkplek.

Grenswaarden voor chemische stoffen

Om de risico’s voor de gezondheid te beperken, is er vastgelegd hoeveel er maximaal van een bepaalde stof in de omgevingslucht op de werkplaats mag aanwezig zijn. Dat is de grenswaarde van een product, of voluit: de grenswaarde voor beroepsmatige blootstelling (GWBB).

In de wetgeving zijn de grenswaarden voor chemische stoffen terug te vinden in het KB van 11 maart 2002 over het gebruik van Chemische agentia op het werk.

Raadpleeg de gecoördineerde versie van bijlage I van het KB Chemische agentia met de grenswaarden voor chemische stoffen (abonnees PreventLex)