Het comité voor preventie en bescherming op het werk brengt vertegenwoordigers van de werknemers en de werkgever bij elkaar. Het comité draagt actief bij tot het welzijnsbeleid door het geven van adviezen en het formuleren van voorstellen. Om deze opdracht goed uit te voeren, moet het comité over de nodige informatie beschikken en op regelmatige bais samenkomen.
Is een comité pbw verplicht in elke onderneming?
De oprichting van een comité voor preventie en bescherming op het werk (pbw) is verplicht in in elke privé-onderneming waar gemiddeld ten minste 50 werknemers tewerkgesteld zijn. Als er geen comité opgericht is dan worden de opdrachten van dit overlegorgaan toevertrouwd aan de vakbondsafvaardiging. Als er geen comité of vakbondsafvaardiging is, dan is het aan de werkgever om de werknemers rechtstreeks te raadplegen over het welzijnsbeleid.
Meewerken aan het beleid
Een belangrijke opdracht van het comité is meewerken aan de uitwerking van het welzijnsbeleid. Elke werkgever moet een welzijnsbeleid uitwerken volgens de principes van het dynamisch risicobeheersingsysteem. Dit beleid wordt geconcretiseerd in vijfjaarlijkse globaal preventieplannen en jaarlijks actieplannen. Bij het opstellen van deze plannen vraagt de werkgever het comité om advies.
Over een aantal belangrijke punten is bovendien vereist dat het comité een voorafgaand akkoord geeft. Het gaat bijvoorbeeld over de aanstelling van de interne preventieadviseur.
Werknemersvertegenwoordigers: verkozen tijdens sociale verkiezingen
Een comité pbw is een paritair overlegovergaan. De vertegenwoordigers van de werknemers worden verkozen op basis van sociale verkiezingen. De sociale verkiezingen vinden om de vier jaar plaats. Op basis van de uitslag wordt de werknemersvertegenwoordiging samengesteld en gaat het nieuwe comité pbw van start.