Wanneer het comité pbw bevoegdheden van de ondernemingsraad opneemt

Tijdens de sociale verkiezingen kiest men werknemersvertegenwoordigers voor twee overlegorganen: het comité voor preventie en bescherming op het werk (comité pbw) en de ondernemingsraad (OR). In ondernemingen die tussen 50 en 99 werknemers tellen, neemt het comité pbw in bepaalde gevallen bevoegdheden op die normaal zijn voorbehouden aan de ondernemingsraad en de vakbondsafvaardiging.
Geactualiseerd op:
Onderwerpen:
©:
preventActua 16/2020
Comité pbw en ondernemingsraad
Het Belgisch sociaaloverlegmodel voorziet binnen de bedrijven twee ‘organen’: de ondernemingsraad en het comité voor preventie en bescherming op het werk. Het comité pbw buigt zich over het welzijn van de werknemers, terwijl op een ondernemingsraad economische en financiële zaken besproken worden.
 
Tabel Vergelijking cpbw en OR
 
comité pbw
OR
Samenstelling
paritair
paritair
Voorzitter
werkgeversafgevaardigde
werkgeversafgevaardigde
Secretariaat
preventieadviseur
werknemersafgevaardigde
Aard
overlegorgaan
overlegorgaan
Oprichting
verplicht door werkgever op te richten vanaf 50 werknemers na sociale verkiezingen
verplicht door werkgever op te richten vanaf 100 werknemers na sociale verkiezingen
Bevoegdheden en opdrachten
· opsporen van middelen om het welzijn van de werknemers te bevorderen
· voorstellen en adviezen formuleren over o.a. globaal preventieplan, jaarlijks actieplan, nieuwe technologieën met mogelijke impact op het welzijn, keuze externe dienst voor technische controle, aankoop persoonlijke beschermingsmiddelen
· informatieve opdrachten:
   - economische en financiële
     informatie
   - informatie inzake
      tewerkstelling
· raadplegingsopdrachten: arbeidsorganisatie en -voorwaarden, economische kwesties, opleiding, personeelsbeleid, structuurwijziging, …
· actieve opdrachten: arbeidsreglement, vakanties, outplacement, …
· controleopdrachten: waken over de toepassing van sociale wetgeving, inclusief cao’s, …

Informatie voor het comité pbw 

Door een aanvulling (wet van 23 april 2008) op de Welzijnswet van 4 augustus 1996, die onder andere de werking van het comité voor preventie en bescherming op het werk vastlegt, ontvangt het comité van de werkgever:
- beperkte economische en financiële informatie, indien er geen ondernemingsraad is;
- beperkte sociale informatie, indien er geen ondernemingsraad en geen vakbondsafvaardiging is.
Het is belangrijk om het residuair karakter van deze informatierechten te onderstrepen: comités hebben pas recht op economische en financiële informatie indien er geen ondernemingsraad is. Enkel indien er noch een ondernemingsraad, noch een vakbondsafvaardiging is in de onderneming, heeft het comité ook recht op sociale en tewerkstellingsinformatie.

Economische informatie

Normaal gezien bezorgt de werkgever economische en financiële informatie aan de ondernemingsraad. Indien er echter geen ondernemingsraad is, wordt de informatie aan het comité bezorgd. Deze informatie betreft verschillende onderwerpen (ondernemingsstatuut, concurrentiepositie, productiviteit en toekomstperspectieven), maar het gaat wel om beperktere gegevens: dit omvat enkel (eenmalig) basisinformatie en (terugkerend) jaarlijkse informatie.

Sociale informatie

Vakbondsafvaardigingen hebben recht op sociale en werkgelegenheidsinformatie: deze sociale informatie wordt overgemaakt aan de werknemersvertegenwoordigers in het kader van collectieve arbeidsovereenkomsten (collectief ontslag, invoering van nachtprestaties, …).  Omdat niet elke onderneming een vakbondsafvaardiging heeft, wordt deze bevoegdheid ook residuair toegekend aan het comité. Is er noch een ondernemingsraad noch een vakbondsafvaardiging, maar wel een comité, dan is de werkgever verplicht om aan het comité de sociale informatie te bezorgen (die anders aan de vakbondsafvaardiging zou bezorgd worden).

Upgrade jouw abonnement

Deze tekst is momenteel niet toegankelijk binnen jouw abonnementsformule. 
Ontdek onze verschillende formules.