Formulieren
Een van de opdrachten van de interne dienst is het opmaken van een jaarverslag (Codex, art. II.1-6, §1, 2° b). Het model van het jaarverslag is beschikbaar op de website van de FOD Werkgelegenheid en er zijn verschillende formulieren ter beschikking. Afhankelijk van de organisatie moet een formulier A, B of C ingevuld worden:
- Het formulier A wordt gebruikt voor een interne dienst zonder afdelingen.
- Het formulier B is bestemd voor de werkgevers bij wie de interne dienst in afdelingen opgedeeld is. In ondernemingen met meerdere technische bedrijfseenheden met een comité is de interne dienst opgedeeld in afdelingen. Iedere afdeling moet dan een jaarverslag opstellen.
- Het formulier C is bestemd voor een groep werkgevers met een gemeenschappelijke interne dienst (met of zonder afdelingen).
Statistische gegevens
De gegevens die verzameld moeten worden, zijn:
- het aantal werkelijk gepresteerde arbeidsuren
- inlichtingen over de ongevallen op de werkplaats
- inlichtingen over ongevallen op de weg van en naar het werk
- aantal gepresteerde arbeidsuren en aantal arbeidsongevallen van bepaalde categorieën werknemers
Aantal arbeidsuren
Het totaal aantal gepresteerde arbeidsuren heeft betrekking op het geheel van de door het personeel gepresteerde uren, met inbegrip van de overuren. Ook de uren die gepresteerd worden door de personen met een arbeidscontract voor studenten of die in de onderneming een stage volbrengen, tellen mee. Dat aantal moet steeds ingevuld worden, zelfs als er tijdens het dienstjaar geen arbeidsongevallen geregistreerd zijn.
Ongevallen op de arbeidsplaats
De ongevallen op de arbeidsplaats worden beschreven op basis van een samenvattende tabel. De voorstelling in tabelvorm maakt het mogelijk om een duidelijker verband te leggen tussen de verschillende indicatoren, zoals de frequentiegraad (Fg), de werkelijke ernstgraad (Weg) en de globale ernstgraad (Geg).
Kader - Frequentiegraad (Fg), werkelijke ernstgraad (Weg) en globale ernstgraad (Geg)
De graad van frequentie Fg is de verhouding van het totaal aantal ongevallen die de dood of een volledige ongeschiktheid van ten minste één dag (de dag van het ongeval niet meegerekend) voor gevolg hadden, vermenigvuldigd met 1.000.000, tot het aantal uren blootstelling aan het risico:
De werkelijke graad van ernst (werkelijke Eg) is de verhouding van het aantal werkelijk verloren kalenderdagen als gevolg van arbeidsongevallen, vermenigvuldigd met 1.000, tot het aantal uren blootstelling aan het risico:
De globale graad van ernst (globale Eg) is de verhouding van het aantal werkelijk verloren kalenderdagen opgeteld bij het aantal dagen forfaitaire werkongeschiktheid, vermenigvuldigd met 1.000, tot het aantal uren blootstelling aan het risico: |
Aantal ongevallen op de arbeidsplaats
Voor het aantal ongevallen die gebeurden tijdens het dienstjaar, moeten in de samenvattende tabel enkel de ongevallen vermeld worden met ten minste één dag ongeschiktheid, de dag van het ongeval niet meegerekend. Dat aantal wordt verder onderverdeeld op basis van gevolg: dodelijke ongevallen, ongevallen met blijvende ongeschiktheid, ongevallen met tijdelijke ongeschiktheid. Een ongeval moet slechts eenmaal opgenomen worden (bv. een ongeval met tijdelijke ongeschiktheid dat vervolgens toch tot blijvende ongeschiktheid leidt = 1 ongeval met blijvende ongeschiktheid). Het totaal is dus steeds de optelsom van de ongevallen in de drie groepen.
Aantal verloren kalenderdagen
Enkel het aantal werkelijk verloren kalenderdagen als gevolg van het ongeval wordt in aanmerking genomen. Dat is het aantal dagen (kalenderdagen, geen werkdagen) met een tijdelijke volledige ongeschiktheid tussen de datum van het ongeval en de datum van werkhervatting. Dat betekent dat het aantal verloren kalenderdagen bij een dodelijk arbeidsongeval waarbij het slachtoffer overlijdt op de dag van het ongeval, '0' is. Als het overlijden verscheidene dagen na het ongeval gebeurt, dan is het 'aantal verloren kalenderdagen' gelijk aan het aantal dagen tussen de datum van het ongeval en die van het overlijden.
Aantal dagen forfaitaire ongeschiktheid
Voor dodelijke ongevallen en ongevallen met blijvende ongeschiktheid is het vereist om forfaitaire waardes (dagen) op te geven. In geval van:
- dood of volledig blijvend ongeschikt: 7500 dagen
- andere ongevallen met blijvende ongeschiktheid: % van de ongeschiktheid toepassen op 7500 (bv. 7.500 x 15% = 1.125 dagen) of tabel met forfaitaire waarden uit bijlage II.1-3 van de codex toepassen
Opgepast: arbeidsongevallen op het einde van het jaar De ingevulde gegevens moeten steeds gebaseerd zijn op de meest recente informatie (medisch attest), ook al gaat het om een attest dat verstrekt werd na 31/12. Voorbeeld: Ongeval op 10 december - 1ste medisch attest: 28 dagen vermoedelijke afwezigheid en 6 % blijvende ongeschiktheid
- medisch attest van 15 januari: verlenging van de werkonbekwaamheid met 14 dagen en 3% blijvende ongeschiktheid.
- indien het slachtoffer daarna terug aan het werk gaat, dan is het
- aantal werkelijk verloren kalenderdagen = 28+14 = 42 dagen - aantal forfaitaire dagen: 7.500 x 3% = 225 dagen.
|
Aantal ongevallen zonder arbeidsongeschiktheid
Niet alle ongevallen leiden tot de arbeidsongeschiktheid van het slachtoffer. In het formulier wordt daarom ook gevraagd naar de ongevallen die enkel medische kosten mee hebben gebracht en de lichte ongevallen. Een licht ongeval is een arbeidsongeval zonder arbeidsongeschiktheid of loonverlies voor het slachtoffer en met enkel eerste hulp verzorging op de werkplek. Deze lichte ongevallen moeten steeds geregistreerd worden in het eerstehulpregister. In dat geval is er geen aangifteverplichting bij de arbeidsongevallenverzekeraar.
Ongevallen op de weg van en naar het werk
Dit zijn alle ongevallen tijdens het woon-werkverkeer. De verkeersongevallen waarvan buschauffeurs, verkopers, ... het slachtoffer zijn tijdens het werk, moeten beschouwd worden als ongevallen op de plaats van het werk (en dus geen woon-werkongevallen).
Categorieën werknemers
Voor een aantal categorieën werknemers moeten de cijfers i.v.m. arbeidsongevallen apart worden meegedeeld. Het gaat om het aantal arbeidsuren en het aantal arbeidsongevallen van:
- jobstudenten
- uitzendkrachten
- werknemers van werkgevers van buitenaf (contractorwerk)
Meer info:
Federale Overheidsdienst voor Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg: verklarende nota en modelformulieren