Statistieken van arbeidsongevallen in België (2023)
gepubliceerd op 06.09.24 door de redactie, prevent.be
Hoeveel arbeidsongevallen gebeuren er?
De arbeidsongevallenstatistieken zijn gebaseerd op de arbeidsongevallenaangiften. Die gegevens worden door de arbeidsongevallenverzekeraars (privésector) en door de werkgevers (publieke sector) doorgestuurd naar de centrale database bij Fedris, die deze verder verwerkt.
Aangiften
In 2023 bedroeg het totale aantal aangegeven arbeidsongevallen 194.959. Dat betekent een daling met 0,1% in vergelijking met 2022, en is ook 12% lager dan in het precoronajaar 2019. Van het totale aantal aangegeven arbeidsongevallen werden er in 2023 167.436 aanvaard. Aangegeven arbeidsongevallen kunnen door de verzekeraars geweigerd worden als ze niet beantwoorden aan de criteria zoals voorzien in de wetgeving, bijvoorbeeld als er geen sprake is van een plotse gebeurtenis of als er geen letsels zijn.
Dalende langetermijntrend
De dalende trend van het aantal arbeidsongevallen is duidelijk merkbaar op langere termijn. Tussen 2011 en 2023 is het aantal arbeidsongevallen met meer dan 20% gedaald. Die daling doet zich echter vooral voor in de arbeidsongevallen op de arbeidsplaats. De ongevallen op de weg naar en van het werk blijven status quo of nemen zelfs toe. Dat is zowel zo in de privé als in de publieke sector (tabel 1).
Over een periode van bijna 40 jaar is die tendens nog meer uitgesproken. Grafiek 1 toont de langetermijntendens in de privésector – voor de publieke sector verzamelt Fedris de gegevens pas systematisch vanaf 2011. De sterk dalende trend van de arbeidsplaatsongevallen is duidelijk zichtbaar, terwijl er voor de woon-werkongevallen sprake is van een stijgende trend. Dat vertaalt zich ook in het aandeel van het aantal woon-werkongevallen in het totale aantal arbeidsongevallen. Dat percentage neemt duidelijk toe, zowel in de privé- als in de publieke sector (tabel 1).
Tabel 1 Aantal arbeidsongevallen 2011-2023 – privé- en publieke sector
Privésector | Publieke sector | Totaal | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Arbeids-plaats | Woon-werk | Totaal | Aandeel woon-werk | Arbeids-plaats | Woon-werk | Totaal | Aandeel woon-werk | ||
2011 | 147.854 | 22.349 | 170.203 | 13,1% | 41.423 | 10.191 | 51.614 | 19,7% | 221.817 |
2012 | 135.118 | 22.013 | 157.131 | 14,0% | 39.886 | 10.175 | 50.061 | 20,3% | 207.192 |
2013 | 126.726 | 23.793 | 150.519 | 15,8% | 38.502 | 11.020 | 49.522 | 22,3% | 200.041 |
2014 | 121.195 | 20.670 | 141.865 | 14,6% | 36.993 | 9.097 | 46.090 | 19,7% | 187.955 |
2015 | 116.447 | 20.772 | 137.219 | 15,1% | 36.468 | 9.490 | 45.958 | 20,6% | 183.177 |
2016 | 119.882 | 22.347 | 142.229 | 15,7% | 37.569 | 9.784 | 47.353 | 20,7% | 189.582 |
2017 | 120.911 | 24.627 | 145.538 | 16,9% | 36.934 | 10.629 | 47.563 | 22,3% | 193.101 |
2018 | 122.735 | 24.289 | 147.024 | 16,5% | 37.059 | 10.550 | 47.609 | 22,2% | 194.633 |
2019 | 120.078 | 26.429 | 146.507 | 18,0% | 36.665 | 11.452 | 48.117 | 23,8% | 194.624 |
2020 | 96.166 | 17.920 | 114.086 | 15,7% | 26.972 | 7.073 | 34.045 | 20,8% | 148.131 |
2021 | 105.286 | 20.660 | 125.946 | 16,4% | 29.863 | 8.191 | 38.054 | 21,5% | 164.000 |
2022 | 103.570 | 23.726 | 127.296 | 18,6% | 30.946 | 9.867 | 40.813 | 24,2% | 168.109 |
2023 | 100.797 | 24.770 | 125.567 | 19,7% | 31.212 | 10.583 | 41.795 | 25,3% | 167.362 |

Hoe ernstig zijn de arbeidsongevallen?
Vooral tijdelijke ongeschiktheid
Het overgrote aantal arbeidsongevallen blijft zonder gevolg (wel kosten maar geen ongeschiktheid) of leidt tot een ongeschiktheid van minder dan zes maanden. Deze twee categorieën zijn samen goed voor ruim 90% van de arbeidsongevallen (tabel 2).
Dodelijke ongevallen
In 2023 gebeurden er in de privésector 80 dodelijke arbeidsongevallen, waarvan 49 op de arbeidsplaats en 31 in het woon-werkverkeer.
Ernstige en zeer ernstige arbeidsongevallen
In geval van een ernstig arbeidsongeval (ongeval op de arbeidsplaats, dodelijk, met blijvende ongeschiktheid of ernstige tijdelijke letsels) is de werkgever verplicht om een omstandig verslag op te maken op basis van de wetgeving over welzijn op het werk (codex, titel I.6). Bijkomend is het verplicht om de zeer ernstige arbeidsongevallen (blijvende ongeschiktheid of dodelijk) onmiddellijk te melden bij Toezicht op het Welzijn op het Werk. In 2023 waren er in totaal 8.173 ernstige arbeidsongevallen in de privésector, waarvan 3.143 zeer ernstig. Ook die ongevallen vertonen een dalende tendens. Ter vergelijking: in 2011 waren er 10.861 ernstige ongevallen.
Relatief gezien blijft het aantal ernstige arbeidsongevallen wel ongeveer op hetzelfde niveau. Het gaat om zo’n 8% van het totaal aantal ongevallen op de arbeidsplaats (grafiek 2).
Tabel 2 Arbeidsongevallen volgens gevolg 2021 - 2023
Arbeidsplaats | Arbeidsweg | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2021 | 2022 | 2023 | 2021 | 2022 | 2023 | |||||||
aantal | % | aantal | % | aantal | % | aantal | % | aantal | % | aantal | % | |
zonder gevolg | 41660 | 30,83% | 41432 | 30,80% | 40855 | 30,95% | 7240 | 25,09% | 9216 | 27,43% | 9910 | 28,03% |
tijdelijke ongeschikt-heid < 6 maanden | 85512 | 63,27% | 85615 | 63,65% | 84447 | 63,97% | 19453 | 67,43% | 22172 | 66,00% | 23520 | 66,53% |
tijdelijke ongeschiktheid > 6 maanden | 2598 | 1,92% | 3.578 | 2,66% | 5.307 | 4,02% | 647 | 2,24% | 992 | 2,95% | 1558 | 4,41% |
blijvende ongeschikt-heid | 5330 | 3,94% | 3835 | 2,85% | 1350 | 1,02% | 1461 | 5,06% | 1178 | 3,51% | 331 | 0,94% |
dodelijke ongevallen | 49 | 0,04% | 53 | 0,04% | 50 | 0,04% | 50 | 0,17% | 35 | 0,10% | 34 | 0,10% |
totaal | 135149 | 100,00% | 134516 | 100,00% | 132009 | 100,00% | 28851 | 100,00% | 33593 | 100,00% | 35353 | 100,00% |

In welke sectoren?
Frequentiegraad
De gemiddelde frequentiegraad bedroeg in 2023 13,17, in vergelijking met 13,42 in 2022. Daaruit kunnen we afleiden dat het aantal arbeidsongevallen niet alleen in absolute aantallen is afgenomen ten opzichte van vorig jaar, maar ook relatief gezien. De frequentiegraad houdt immers rekening met het aantal uren blootstelling. Op langere termijn is ook hier sprake van een uitgesproken dalende tendens. In 2002 bedroeg de gemiddelde frequentiegraad 31,23.
Verschillen tussen sectoren
Tussen de sectoren zijn er grote verschillen (tabel 3). Zo is de frequentiegraad in de bouwsector meer dan het dubbele van het gemiddelde. Positief is wel dat er in de bouwsector een duidelijke daling is van de frequentiegraad. In 2012 was de frequentiegraad in die sector nog bijna 50, terwijl die in 2023 gedaald is tot 28,36.
Tabel 3 Frequentiegraden in een aantal sectoren, 2012-2023
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
10 Vervaardiging van voedingsmiddelen | 27,01 | 24,94 | 23,19 | 22,37 | 21,51 | 22,35 | 21,42 | 21,60 | 19,45 | 19,69 | 19,13 | 18,44 |
16 Houtindustrie (behalve meubelen) | 37,74 | 34,19 | 32,97 | 30,34 | 29,79 | 29,39 | 30,08 | 28,71 | 26,15 | 26,85 | 24,93 | 24,52 |
20 Vervaardiging van chemische producten | 9,82 | 8,69 | 8,75 | 8,11 | 9,26 | 8,79 | 8,14 | 8,31 | 7,14 | 7,78 | 7,01 | 6,68 |
25 Vervaardiging van producten van metaal (uitz. machines en apparaten) | 31,96 | 28,99 | 28,42 | 26,75 | 26,47 | 24,17 | 24,93 | 24,99 | 22,31 | 22,45 | 21,71 | 21,58 |
29 Vervaardiging en assemblage van motor-voertuigen, aanhangwagens en opleggers | 19,54 | 18,87 | 16,53 | 16,40 | 14,48 | 14,37 | 14,11 | 14,91 | 11,14 | 11,71 | 12,11 | 14,58 |
41 Bouw van gebouwen; ontwikkeling van bouwprojecten | 49,61 | 47,28 | 43,34 | 41,82 | 40,16 | 38,87 | 36,89 | 32,35 | 31,63 | 31,16 | 28,43 | 28,36 |
52 Opslag en vervoerondersteunende activiteiten | 40,35 | 41,99 | 36,53 | 35,78 | 37,43 | 33,80 | 36,36 | 30,97 | 26,79 | 26,35 | 27,75 | 24,32 |
64 Financiële dienstverlening (uitz. verzekeringen) | 1,85 | 1,90 | 1,78 | 1,79 | 1,67 | 1,61 | 1,87 | 1,70 | 1,05 | 0,81 | 1,14 | 1,22 |
78 Terbeschikkingstelling van personeel | 45,97 | 41,19 | 41,77 | 39,96 | 40,92 | 43,25 | 43,63 | 28,79 | 25,53 | 27,82 | 25,37 | 23,14 |
85 Onderwijs | 10,11 | 8,57 | 9,03 | 6,92 | 7,20 | 6,87 | 7,33 | 8,10 | 4,97 | 6,15 | 7,20 | 6,97 |
86 Menselijke gezondheidszorg | 14,13 | 12,40 | 12,23 | 11,69 | 12,35 | 11,56 | 11,87 | 13,33 | 11,78 | 11,70 | 10,73 | 10,99 |
Gemiddelde | 19,39 | 17,64 | 17,05 | 16,25 | 16,55 | 16,16 | 16,20 | 15,94 | 13,30 | 14,06 | 13,42 | 13,17 |
Welke ongevallen?
Vallen
Het merendeel van de arbeidsongevallen op de arbeidsplaats is te wijten aan vallen. Bijna een op de vijf ongevallen behoort tot die categorie. Het gaat zowel over vallen vanop hoogte als vallen op ongeveer dezelfde hoogte.
Als er ook wordt gekeken naar de gevolgen van het arbeidsongeval, dan blijkt dat bij de ongevallen met blijvende ongeschiktheid en de dodelijke arbeidsongevallen ‘vallen’ veruit de belangrijkste categorie is. Bijna een derde van de meest ernstige ongevallen zijn te wijten aan valpartijen, zowel op de begane grond als vanop hoogte (grafiek 3).
Agressie
Het aantal arbeidsongevallen te wijten aan agressie is de laatste jaren gestaag toegenomen. In 2014 behoorden 5,9% van de arbeidsongevallen tot die categorie en in 2023 klom dat cijfer tot 8%. Binnen deze categorie gaat het voornamelijk over arbeidsongevallen te wijten aan agressie door een derde (3,5%). Agressie tussen collega’s komt relatief weinig voor (0,6%).

Wie zijn de slachtoffers?
De meeste slachtoffers zijn mannen
In de meerderheid van de gevallen (63,2%) is het slachtoffer van een arbeidsongeval een man. De kloof tussen mannen en vrouwen wordt wel langzamerhand kleiner. In 2014 was er nog een verschil van meer dan 30% (65,4% t.o.v. 34,6%). In 2023 is het verschil verkleind tot 26% (63,2% t.o.v. 36,8%).
Meer jonge werknemers
Jonge werknemers lopen relatief gezien meer kans op een ongeval. In de leeftijdscategorie van 20 tot 29 jaar bedraagt het aantal arbeidsongevallen (arbeidsplaats) op 1000 werknemers 48, terwijl dat gemiddeld gezien maar 38 is (grafiek 4). Een oorzaak voor dat hogere aantal arbeidsongevallen is wellicht de onervarenheid op de werkvloer. Nieuwe werknemers zijn minder vertrouwd met de arbeidsomstandigheden en de risico's. Dat maakt hen extra kwetsbaar.
Tegelijkertijd is het zo dat de arbeidsongevallen in lagere leeftijdscategorieën gemiddeld genomen minder ernstig zijn. Zo'n 10% van de slachtoffers van arbeidsongevallen met blijvende ongeschiktheid behoort tot de leeftijdsgroep 20 tot 29 jaar. 45% van de slachtoffers van ongevallen met blijvende ongeschiktheid is 50 jaar of ouder.

Bron/Meer informatie: Fedris, Statistisch jaarverslag 2023