Wettelijke basis
De bepalingen over de preventieprogramma’s voor arbeidsgerelateerde ziekten gaan terug op het KB van 17 mei 2007 in uitvoering van de wetten beroepsziekten (wet van 3 juni 1970). De wet voorziet de mogelijkheid dat Fedris maatregelen financiert om arbeidsgerelateerde ziekten te voorkomen (art. 62bis). Het KB van 2007 voorzag oorspronkelijk enkel een tussenkomst voor preventieprogramma’s gericht op werknemers met lage rugpijn. In 2024 is dat uitgebreid naar werknemers met burn-out (KB van 6 maart 2024, BS 15 april 2024). Een koninklijk besluit uit 2018 over de financiering van pilootprojecten secundaire preventie burn-out is door het wijzigingsbesluit van 2024 opgeheven.
Lage rugpijn
Doel: verergering voorkomen
Het doel van het preventieprogramma is om de verergering van klachten bij werknemers met lage rugpijn tegen te gaan en zo te voorkomen dat de rugpijn chronisch wordt en werknemers makkelijker terug aan het werk kunnen. Het traject bestaat uit een revalidatieprogramma voor de individuele werknemer, eventueel aangevuld met ergonomisch advies op de werkplek. Het ergonomisch advies omvat een werkpoststudie en eventuele aanpassingen, en kan ook uitgebreid worden met een opleiding rugsparende technieken.
Wie komt in aanmerking?
Het preventieprogramma is gericht op werknemers:
- die uitgevallen zijn omwille van lage rugpijn;
- met een arbeidsongeschiktheid van vier weken tot maximum zes maanden; en
- die onderworpen zijn aan het gezondheidstoezicht omwille van ergonomische risico’s zoals tillen van lasten of trillingen.
Ook als de werknemer terug aan de slag is gegaan met aangepast werk, kan hij/zij een beroep doen op het traject.
Hoe aanvragen?
Als een werknemer gebruik wil maken van het preventieprogramma, kan hij de arbeidsarts contacteren om na te gaan of hij/zij al dan niet in aanmerking komt. Vervolgens kan de arbeidsarts een aanvraagformulier indienen. Fedris zorgt voor de verdere opvolging en de betalingen van de financiële tussenkomst.
Burn-out
Vroegtijdig ingrijpen
Het preventieprogramma burn-out richt zich naar werknemers die in een vroeg stadium getroffen zijn door burn-out omwille van psychosociale risico's op het werk. Het kan zowel gaan om personen die nog aan het werk zijn als om personen die minder dan twee maanden arbeidsongeschikt zijn.
Twee fasen
Om in aanmerking te komen, moet de werknemer een aanvraag indienen op basis van een formulier dat ook ondertekend wordt door de behandelend arts, de preventieadviseur-arbeidsarts of de preventieadviseur psychosociale aspecten.
Na goedkeuring van de aanvraag volgt in een eerste fase de bevestiging van de diagnose. Daarvoor organiseert een trajectbegeleider maximaal twee sessies met de betrokkene om na te gaan of het wel degelijk gaat over burn-out omwille van psychosociale risico’s op het werk. Voor de diagnose van burn-out wordt de beschrijving gehanteerd uit de Internationale Classificatie van Ziekten (QD85- ICD-11). Na de bevestiging van de diagnose kan de betrokkene doorstromen naar de tweede fase van het traject voor een verdere begeleiding met een aanpak van psychologische aspecten, eventuele lichamelijke klachten en de arbeidsorganisatie.
Samenwerking
Voor de uitvoering van het begeleidingstraject doet Fedris een beroep op deskundigen en/of centra. Fedris sluit met hen een samenwerkingsovereenkomst af.
Meer weten
Fedris: preventieprogramma lage rugpijn en burn-out