Wettelijk kader
De belangrijkste bepalingen in verband met het re-integratietraject (soms afgekort tot RIT) zijn samengebracht in de codex over het welzijn op het werk, boek I Algemene beginselen, titel 4 Gezondheidstoezicht, hoofdstuk VI Werkhervatting voor arbeidsongeschikte werknemers.
Hoofdstuk VI bestaat uit drie afdelingen:
- Afdeling 1: Contact met de arbeidsongeschikte werknemer met het oog op het informeren over de mogelijkheden bij werkhervatting (art. I.4-71/1)
- Afdeling 2: Het re-integratietraject van de werknemer die het overeengekomen werk tijdelijk of definitief niet kan uitoefenen (art. I.4-72 tot I.4-82)
- Afdeling 3: Bijzondere procedure in het kader van artikel 34 Arbeidsovereenkomstenwet (art. I.4-82/1).
De bepalingen over re-integratie werden ingevoerd door een KB van 28 oktober 2016 (BS 24 november 2016). In 2022 werden de bepalingen herzien (KB van 11 september 2022, BS 20 september 2022).
Doel: terug aan het werk
Het re-integratietraject richt zich naar werknemers die langdurig arbeidsongeschikt zijn. Het doel is om hen vlot terug naar de werkvloer te begeleiden, naar dezelfde of een aangepaste job. Een arbeidsongeschikte werknemer moet daarom zo snel mogelijk door de arbeidsarts geïnformeerd worden over de mogelijkheden van het re-integratietraject (art. I.4-71/1).
Verloop van een re-integratietraject
Een re-integratietraject bestaat uit vier fasen (stappen):
- de opstart van het traject
- de re-integratiebeoordeling en de beslissing van de arbeidsarts
- de opmaak van het re-integratieplan of gemotiveerd verslag
- de opvolging en het einde van het re-integratietraject
Stap 1: Opstart van een re-integratietraject
De arbeidsarts start een re-integratietraject op verzoek van:
- de werknemer (of de behandelende arts met instemming van de werknemer), die op elk moment tijdens zijn of haar afwezigheid het verzoek kan doen; of
- de werkgever, indien de werknemer een attest indient voor definitieve ongeschiktheid of ononderbroken arbeidsongeschikt is gedurende drie maanden.
Het re-integratietraject start op de dag nadat de preventieadviseur-arbeidsarts het verzoek ontvangen heeft. De arbeidsarts verwittigt de werkgever, als de werknemer het traject heeft opgestart, en de adviserend arts.
Stap 2: Re-integratiebeoordeling en beslissing
Uitnodiging
In het kader van het re-integratietraject nodigt de arbeidsarts de werknemer uit voor een re-integratiebeoordeling. De arbeidsarts en de werkgever moeten de nodige inspanningen leveren om ervoor te zorgen dat de uitnodiging de werknemer bereikt (bv. het privé-e-mailadres gebruiken of een uitnodiging per post sturen). Als de werknemer driemaal werd uitgenodigd, met telkens minstens veertien kalenderdagen tussen de uitnodigingen, en er niet op ingaat, wordt het re-integratietraject beëindigd en worden de adviserend arts en de werkgever daarvan verwittigd.
Wat is een re-integratiebeoordeling?
Het doel van de re-integratiebeoordeling is om na te gaan:
- of de werknemer op termijn het overeengekomen werk, eventueel met aanpassing van de werkpost, opnieuw kan uitoefenen
- of een werkhervatting kan worden overwogen op basis van de gezondheidstoestand en de mogelijkheden van de werknemer
- hoe het werk en/of de werkpost moet aangepast worden aan de gezondheidstoestand en de mogelijkheden van de werknemer
Overeengekomen werk = het werk zoals afgesproken door werknemer en werkgever op basis van de arbeidsovereenkomst. - In de praktijk gaat het over het werk dat de werknemer uitoefende op het ogenblik dat hij/zij arbeidsongeschikt werd.
- Om een goede re-integratiebeoordeling te kunnen uitvoeren, heeft de arbeidsarts nood aan informatie (bv. functieomschrijving, beschrijving van de taken).
Aangepast werk = het overeengekomen/laatst uitgevoerde werk met aanpassingen zoals hulpmiddelen, aanpassingen aan de werkpost, aangepast uurrooster of geleidelijk opnemen van het werk.
Ander werk = werk met een andere inhoud dan het overeengekomen/laatst uitgevoerde werk. Ook daarvoor kunnen aanpassingen voorgesteld worden. |
Overleg
Voor de re-integratiebeoordeling en het nemen van een beslissing kan de arbeidsarts, met instemming van de werknemer, overleggen met:
- de behandelend arts van de werknemer en/of de arts die het geneeskundig getuigschrift heeft opgemaakt
- de adviserend arts
- andere preventieadviseurs, m.n. als de gezondheidsproblematiek verband houdt met de psychosociale risico’s van het werk of met musculoskeletale aandoeningen
- andere deskundigen, zoals een terug-naar-werkcoördinator, een (dis)ability-casemanager of een (arbeids)deskundige.
Ook de werkgever kan in deze stap worden betrokken om na te gaan wat de concrete mogelijkheden zijn om het werk aan te passen.
Ook kan er een onderzoek van de werkpost van de werknemer uitgevoerd worden om de mogelijkheden tot aanpassing van de werkpost in te schatten. Daarvoor kan de arbeidsarts zich laten bijstaan door een preventieadviseur psychosociale aspecten of ergonoom als de gezondheidsproblematiek respectievelijk verband houdt met werkgerelateerde psychosociale risico’s of musculoskeletale aandoeningen.
Beslissing
De arbeidsarts formuleert een advies op basis van de re-integratiebeoordeling en de verzamelde informatie, en noteert dit op het formulier voor de re-integratiebeoordeling (= beslissing) (zie tabel). Er zijn drie mogelijke beslissingen: beslissing A, B of C. De arbeidsarts moet de beslissing formuleren binnen een termijn van 49 kalenderdagen, te rekenen vanaf de start van het re-integratietraject. Het formulier wordt overgemaakt aan de werkgever en ook toegevoegd aan het gezondheidsdossier. De werknemer ontvangt een toelichting van de beslissing met de redenen voor de beslissing.
Als het om een beslissing B gaat, heeft de werknemer bovendien het recht om in beroep te gaan. Bij beslissing C stopt het re-integratietraject. De adviserend arts wordt daarvan ook op de hoogte gebracht.
Tabel Mogelijke beslissingen op basis van de re-integratiebeoordeling
| Omschrijving | Bijkomende informatie |
---|
A | De werknemer kan op termijn het overeengekomen werk hervatten, eventueel met aanpassing van de werkpost, en kan in afwachting daarvan aangepast of ander werk uitvoeren. | Met vermelding van voorwaarden en modaliteiten voor aangepast/ander werk/werkpost | Rekening houden met: - mogelijkheden of beperkingen van de werknemer vanuit gezondheidsoverwegingen
- arbeidsomstandigheden en arbeidsvoorwaarden
- mogelijkheid om maatregelen progressief in te voeren/aan te passen
|
B | De werknemer is definitief ongeschikt om het overeengekomen werk te verrichten, maar kan wel aangepast of ander werk uitvoeren. |
C | Het is om medische redenen (voorlopig) niet mogelijk om een re-integratiebeoordeling te doen. | |
Stap 3: Opmaak van het re-integratieplan of gemotiveerd verslag
Re-integratieplan
In geval van een beslissing A of B is het aan de werkgever om een re-integratieplan uit te werken. Daarvoor gaat hij in overleg met de werknemer, de arbeidsarts en eventueel andere personen die kunnen bijdragen tot het slagen van de re-integratie.
Het plan bevat een of meerdere van de volgende maatregelen op een zo concreet en gedetailleerd mogelijke manier:
- omschrijving van de redelijke aanpassingen van de werkpost (bv. aanpassen van de machines en uitrusting, voorzien van passende hulpmiddelen)
- omschrijving van het aangepast werk (bv. aangepaste taken of andere taakverdeling, volume van het werk en uurrooster waaraan de werknemer kan worden tewerkgesteld, de progressiviteit van de maatregelen)
- omschrijving van het ander werk (bv. inhoud van het werk dat de werknemer kan uitvoeren, volume van het werk en uurrooster waaraan de werknemer kan worden tewerkgesteld, de progressiviteit van de maatregelen)
- de aard van de voorgestelde opleiding en/of begeleiding met het oog op het verwerven van de competenties die moeten toelaten dat de werknemer aangepast of ander werk kan uitvoeren, evenals de betrokken (interne of externe) actoren die zullen instaan voor die opleiding en/of begeleiding
- de geldigheidsduur van het re-integratieplan
Gemotiveerd verslag
Als de werkgever geen re-integratieplan kan opmaken, moet hij een gemotiveerd verslag opstellen waarin hij toelicht waarom dat technisch of objectief onmogelijk is.
Reactie van de werknemer
De werkgever heeft 63 kalenderdagen bij een beslissing A en zes maanden bij een beslissing B om een re-integratieplan of een gemotiveerd verslag te bezorgen aan de werknemer. Daarna heeft de werknemer een termijn van veertien kalenderdagen om al dan niet met het plan in te stemmen en het terug te bezorgen aan de werkgever. De werknemer die instemt met het re-integratieplan, ondertekent voor akkoord. Als de werknemer het re-integratieplan weigert, moet hij de redenen van de weigering aangeven.
Als de werknemer niet reageert binnen de voorziene termijn, moet de werkgever opnieuw contact opnemen. Als de werknemer weer niet reageert, wordt dat beschouwd als een weigering van het re-integratieplan.
Stap 4: Opvolging
De arbeidsarts volgt de uitvoering van het re-integratieplan op in overleg met de werknemer en de werkgever. Een werknemer kan tijdens de uitvoering van het re-integratieplan een spontane raadpleging vragen bij de arbeidsarts als hij/zij van mening is dat de maatregelen in het plan niet meer zijn aangepast aan zijn/haar gezondheidstoestand.
Het re-integratietraject is beëindigd in vier welomschreven omstandigheden:
- De arbeidsarts heeft de werkgever op de hoogte gebracht dat de werknemer niet is ingegaan op de herhaalde uitnodigingen.
- De arbeidsarts heeft een advies C geformuleerd op het formulier voor de re-integratiebeoordeling.
- De werkgever heeft het gemotiveerd verslag bezorgd aan de arbeidsarts en aan de werknemer
- De werkgever heeft het re-integratieplan (aanvaard of geweigerd) bezorgd aan de arbeidsarts.