Monografieën
Het Internationaal Agentschap voor Kankeronderzoek (International Agency for Research on Cancer, IARC), dat deel uitmaakt van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), doet onderzoek naar de oorzaken van kanker bij de mens en ontwikkelt wetenschappelijke strategieën om de uitbreiding van de ziekte tegen te gaan. In die context stelt het IARC regelmatig monografieën op over factoren die het risico op kanker bij de mens kunnen vergroten, zoals:
- chemische agentia (bv. formaldehyde)
- complexe mengsels (bv. luchtvervuiling)
- beroepsgebonden blootstelling (bv. nachtwerk)
- fysische agentia (bv. zonnestraling)
- biologische agentia (bv. hepatitis B-virus)
- geneesmiddelen (bv. di-ethylstilbestrol)
- individueel gedrag (bv. roken)
De monografieën worden opgesteld door interdisciplinaire werkgroepen van wetenschappelijke experts die alle bestaande studies onderzoeken. Sinds 1971 werden meer dan 1000 agentia geëvalueerd.
Hoewel het IARC geen aanbevelingen doet op het gebied van regelgeving of volksgezondheid, houden de autoriteiten rekening met deze evaluaties bij het nemen van maatregelen om blootstelling aan mogelijk kankerverwekkende stoffen te voorkomen.
Classificatie
Het IARC deelt de mogelijke oorzaken van kanker in vier groepen in (zie tabel).
Tabel Classificatie van kankerverwekkende stoffen (carcinogenen), IARC
Groep | Kenmerken |
---|
Groep 1 - (bewezen) kankerverwekkend voor de mens
| • voldoende bewijs voor kankerverwekkendheid bij mensen (overtuigend bewijs dat het agens kanker veroorzaakt bij mensen) of • voldoende bewijs van kankerverwekkendheid bij proefdieren en • sterke aanwijzingen voor kankerverwekkendheid bij blootgestelde mensen (het agens vertoont een of meer van de erkende hoofdkenmerken van carcinogenen voor de mens) |
Groep 2A - waarschijnlijk kankerverwekkend voor de mens | • beperkt bewijs voor carcinogeniteit bij mensen (positieve associatie waargenomen tussen blootstelling aan het agens en kanker, maar andere verklaringen (toeval, bias of confounding) kunnen niet met redelijke zekerheid worden uitgesloten) en • voldoende bewijs van kankerverwekkendheid bij proefdieren of • sterk mechanistisch bewijs waaruit blijkt dat het agens belangrijke kenmerken van carcinogenen voor de mens vertoont |
Groep 2B - mogelijk kankerverwekkend voor de mens | • beperkte aanwijzingen voor kankerverwekkendheid bij mensen of • voldoende bewijs voor kankerverwekkendheid bij proefdieren of • sterk mechanistisch bewijs waaruit blijkt dat het agens belangrijke kenmerken van carcinogenen voor de mens vertoont |
Groep 3 - nog niet classificeerbaar als kankerverwekkend voor de mens | • onvoldoende bewijs voor kankerverwekkendheid bij mensen en • beperkt (of inadequaat) bewijs van kankerverwekkendheid bij proefdieren (de beschikbare informatie suggereert een carcinogeen effect, maar is niet doorslaggevend) en • beperkt (of inadequaat) mechanistisch bewijs |
Interpretatie
De indeling in een bepaalde groep geeft niet het risico op kanker weer dat gepaard gaat met een bepaalde blootstelling. Het kankerrisico van stoffen of agentia binnen dezelfde groep kan sterk verschillen, afhankelijk van factoren zoals het type en het niveau van de blootstelling.
Bijvoorbeeld: groep 1 is de categorie met de hoogste indicatie dat een agens kanker kan veroorzaken, maar:
- blootstelling aan luchtverontreiniging treft een groot aantal mensen, terwijl blootstelling aan 1,2-dichloorpropaan slechts een klein aantal mensen treft.
- het risico op longkanker bij actief roken is veel hoger dan bij passief roken of luchtverontreiniging.
- roken veroorzaakt bepaalde veel voorkomende kankers, terwijl 1,2-dichloorpropaan een zeldzame kanker van de galwegen veroorzaakt.
Opmerking: het IARC geeft geen expliciete informatie over het al dan niet bestaan van een drempelwaarde.
Bronnen/meer weten
IARC: