Wettelijk kader
De organisatie van het gezondheidstoezicht is vastgelegd in de Codex welzijn op het werk, boek I Algemene beginselen, titel 4 Maatregelen in verband met het gezondheidstoezicht op de werknemers. Hoofdstuk 4 behandelt de verschillende vormen van gezondheidsbeoordelingen waarbij onder meer de organisatie van de voorafgaandelijke en periodieke gezondheidsbeoordelingen zijn vastgelegd (art. I.4-25 tot I.4-36). In 2019 werden die bepalingen grondig aangepast (KB van 14 mei 2019, BS 11 juni 2019). Voorheen waren de periodieke onderzoeken doorgaans jaarlijks. Sinds 2019 is dat tweejaarlijks.
Periodiek gezondheidstoezicht
In artikel I.4-30 wordt aangegeven dat het periodiek gezondheidstoezicht een gezondheidsbeoordeling omvat én aanvullende medische handelingen. De gezondheidsbeoordeling bestaat uit een anamnese en een klinisch onderzoek uitgevoerd door de arbeidsarts. De arbeidsarts moet nagaan of de gezondheidstoestand van de werknemer verenigbaar is met de uitgeoefende arbeid. De conclusie over die geschiktheid noteert de arts in het formulier voor de gezondheidsbeoordeling. Het document moet ingevuld worden in drie exemplaren waarvan één exemplaar bestemd is voor het gezondheidsdossier van de werknemer. De andere twee zijn voor de werkgever en de werknemer.
Tweejaarlijkse onderzoeken
De frequentie van de gezondheidsbeoordelingen (medische onderzoeken) door de arbeidsarts in het kader van het periodiek gezondheidstoezicht is voor de meeste risico's tweejaarlijks. De tweejaarlijkse medische onderzoeken worden afgewisseld met aanvullende medische handelingen, die jaarlijks worden georganiseerd zodat er toch een jaarlijkse opvolging is (zie standaardschema in tabel 1). De frequentie van de geneeskundige onderzoeken en de medische handelingen is vastgelegd in bijlage I.4-5, die ingevoerd werd door het KB uit 2019 (zie ook verder onder 'Periodiciteit').
Aanvullende medische handelingen
De aanvullende medische handelingen houden verband met het risico waaraan de werknemers worden blootgesteld tijdens het uitvoeren van hun functie. Het gaat over biomonitoring (bv. bloedonderzoek, urinetests), technische onderzoeken (bv. longfunctietest, audiometrie), maar ook over specifieke medische vragenlijsten.
Die aanvullende medische handelingen kunnen uitgevoerd worden door de arbeidsarts, maar ze mogen ook toevertrouwd worden aan een verpleegkundige. Als de verpleegkundige de handelingen uitvoert, gebeurt dat wel onder de verantwoordelijkheid van de arbeidsarts, die ook de resultaten van de handelingen moet interpreteren (art. I.4-30§1).
Medische vragenlijsten
Een aanvullende medische handeling kan ook de afname zijn van een medische vragenlijst. De vragenlijst mag elektronisch of schriftelijk uitgestuurd worden naar de betrokken werknemer, maar moet ook steeds samen met de verpleegkundige (of arbeidsarts) overlopen worden om na te gaan of alles goed begrepen is. In de vragenlijst moeten in ieder geval ook de contactgegevens van de arbeidsarts staan en het recht op een spontane raadpleging.