Implementatie van cobots: vijf dimensies

Algemeen artikel

De implementatie van cobots brengt uitdagingen met zich mee op het vlak van veiligheid. De nadruk ligt daarbij op vijf dimensies: technologie, collaboratieve werkruimte, menselijke factoren, organisatie en externe invloeden. Een handige checklist van 23 risicofactoren, die onderverdeeld kunnen worden in de vijf dimensies, kan helpen om meer bewustzijn te creëren en beter voorbereid te zijn.

Onderwerpen:

©:

gepubliceerd op 20.01.25, prevent.be

Auteur:

Nicole Berx, KU Leuven

Geactualiseerd op:

20.01.25

Veiligheid en welzijn bij mens-cobotsamenwerking

Cobots zijn ontworpen om veilig rond mensen te werken. Ze zijn uitgerust met ingebouwde veiligheidsvoorzieningen zoals sensoren en camera’s, waarmee ze kunnen detecteren of er iemand in de buurt is. Cobots kunnen ook hun snelheid en bewegingen aanpassen om botsingen te voorkomen. De norm ISO/TS 15066 geeft gedetailleerde richtlijnen voor de maximale kracht en snelheid die een cobot mag uitoefenen om de veiligheid te garanderen. Daarom worden ze soms beschouwd als inherent veilig. Dat idee kan echter een vals gevoel van veiligheid geven. Werknemers kunnen, afhankelijk van de toepassing, onbedoeld in aanraking komen met bewegende delen van de cobot, zoals een scherp opzetstuk. Bovendien is die opvatting enkel gericht op machineveiligheid en blind voor het feit dat er ook andere risicofactoren kunnen zijn, zoals stress veroorzaakt door de cobot of een gebrek aan training.

Als de focus op machineveiligheid ligt, kunnen cobots ook als té veilig gepercipieerd worden. Dat wil zeggen dat cobots zo veilig zijn dat ze de productiviteit belemmeren door een strikte toepassing van de veiligheidsregels.

Die tegenstrijdigheid in de cobotveiligheid leidt tot verwarring bij de gebruiker. Daarnaast is er ook een gebrek aan kennis over de veilige werking van cobots. Al die elementen zorgen ervoor dat ze nog niet heel vaak gebruikt worden op de werkvloer.