3 op 4 jongeren loopt ooit stage
Naar schatting zijn er ongeveer 3,1 miljoen stagiairs in de EU (waaronder 1,6 miljoen betaalde stagiairs). De vraag naar stages zal tegen 2030 met ten minste 16% toenemen. Volgens een Eurobarometer-enquête van 2023 loopt 78% van de Europese jongeren ten minste één keer stage en vindt 68% daarna een job. 21% van de respondenten liep stage in een andere lidstaat, een aanzienlijke stijging ten opzichte van 2013 (9%).
Arbeidsomstandigheden
Kwalitatieve stages, gebaseerd op eerlijke en transparante arbeidsvoorwaarden en met een adequate leerinhoud, helpen jongeren om praktische werkervaring op te doen, nieuwe vaardigheden te leren en makkelijker de weg te vinden naar een job. Voor werkgevers is het een kans om talent aan te trekken, op te leiden en te behouden. Studies wijzen echter uit dat er heel wat problemen zijn met stages. Zo worden stages soms misbruikt door de aanbieders om wetgeving te omzeilen en gaat het dus niet om een stage maar om een gewone job. Sommige stages zijn ook van een ondermaatse kwaliteit omdat ze onvoldoende leermogelijkheden bieden en bovendien een slechte sociale bescherming geven aan de stagiair.
Betere bescherming
Het voorstel voor richtlijn is gericht op een betere bescherming van stagiairs. De belangrijkste elementen zijn:
- het non-discriminatiebeginsel, met gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden, met inbegrip van beloning, ten opzichte van gewone werknemers (tenzij een verschillende behandeling gerechtvaardigd is op objectieve gronden, zoals verschillende taken, minder verantwoordelijkheden, arbeidsintensiteit of de omvang van de leer- en opleidingscomponent)
- ervoor zorgen dat stages niet worden gebruikt om reguliere jobs te omzeilen door middel van controles en inspecties
- werknemersvertegenwoordigers in staat stellen om namens stagiairs hun rechten af te dwingen
- lidstaten verplichten om te zorgen voor kanalen voor stagiairs om wanpraktijken en slechte arbeidsomstandigheden te melden
Verdere stappen
Het voorstel voor richtlijn wordt verder besproken in het Europees Parlement en in de lidstaten. Daarna wordt de tekst in een definitieve richtlijn gegoten. Na publicatie hebben de lidstaten nog twee jaar om hun nationale wetgeving af te stemmen op de Europese regels. In welke mate dat zal leiden tot aanpassingen aan de Belgische wetgeving is moeilijk in te schatten. Zo zijn er op het vlak van de bescherming van de veiligheid en gezondheid van stagiairs nu al specifieke bepalingen in de Codex welzijn op het werk (boek X, titel 4) en zijn er ook bepalingen over de schadeloosstelling van stagiairs in geval van een arbeidsongeval of een beroepsziekte.
Bronnen/meer weten