Welke regels gelden er voor liften op het werk?

Op heel wat werkplekken zijn liften aanwezig. Gelukkig zijn ongevallen met liften eerder zeldzaam. Dat neemt niet weg dat er, net zoals voor andere arbeidsmiddelen, duidelijke verplichtingen zijn voor de werkgever. Zo is elke lift onderworpen aan een verplichte risicoanalyse en periodieke controles, en moet alle documentatie bijgehouden worden in een liftdossier.
©:

gepubliceerd op 08.04.24 door de redactie, prevent.be

Geactualiseerd op:

Wettelijke regels

De regels voor liften zijn hoofdzakelijk vastgelegd in een koninklijk besluit dat het op de markt brengen van liften regelt en een besluit over het beheer van liften. Beide koninklijke besluiten gelden voor alle liften, ongeacht of het over een lift gaat in een werkcontext of in een privé- of publiek gebouw. Daarnaast gelden ook de bepalingen uit de wetgeving welzijn op het werk en het AREI. 

Op de markt brengen

Het koninklijk besluit van 12 april 2016 betreffende het op de markt brengen van liften en veiligheidscomponenten voor liften (BS 18 april 2016) behandelt de regels voor het produceren en installeren van veilige liften. Het besluit bevat hoofdzakelijk voorschriften voor installateurs, fabrikanten, gemachtigden, importeurs en distributeurs. Het koninklijk besluit is enkel van toepassing op vast opgestelde liften in gebouwen en bouwwerken die bestemd zijn voor het vervoer van personen of personen en goederen. Voor het op de markt brengen is een conformiteitsbeoordeling door een aangemelde instantie vereist, die nagaat of de lift voldoet aan de essentiële veiligheids- en gezondheidsvoorschriften die vermeld staan in bijlage I van het koninklijk besluit. Liften die volgens de conformiteitsbeoordelingsprocedures op de markt gebracht worden, dragen de CE-markering. 

Beheer van liften

Naast de regelgeving over het op de markt brengen, is er ook een koninklijk besluit voor het beheer van liften. Het koninklijk besluit van 9 maart 2003 betreffende de beveiliging van liften (BS 30 april 2003) bevat verplichtingen voor de beheerder van de lift. Met ‘beheerder’ wordt bedoeld: “de eigenaar of diegene die in de naam van de eigenaar de lift ter beschikking stelt van gebruikers”. Dit koninklijk besluit beschrijft vooral de verplichtingen inzake de risicoanalyse, de ‘modernisering’ en de periodieke controles (zie verder). Het doel van de wetgeving is om ervoor te zorgen dat een lift onder de voorzienbare gebruiksvoorwaarden geen gevaar oplevert voor de veiligheid van de gebruikers.

Wet en Codex welzijn op het werk 

Als een lift op het werk wordt gebruikt, gelden ook de bepalingen over het welzijn op het werk, zoals:

  • werken met derden: informatie en toezicht op werknemers van contractors (bv. uitvoeren onderhoud lift)
  • dynamisch risicobeheersingssysteem: alle risico’s in kaart brengen en de nodige preventiemaatregelen nemen, ook voor risico’s door het gebruik van de lift of voor het uitvoeren van werkzaamheden of onderhoud aan een lift
  • arbeidsmiddelen: onder meer zorgen voor veilige arbeidsmiddelen, afschermen van bewegende delen en aankoopprocedure

AREI

Tot slot zijn ook de bepalingen van het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (AREI) van toepassing. Zo moeten alle elektrische aanpassingen bij het beveiligen van een bestaande lift voldoen aan het AREI. Dat omvat onder andere de elektrische componenten, types geleiders, hoofdschakelaars, zekeringkasten, thermische beveiligingen, het elimineren van rechtstreekse aanraking van onder spanning staande geleiders en de schachtverlichting.

Upgrade jouw abonnement

Deze tekst is momenteel niet toegankelijk binnen jouw abonnementsformule. 
Ontdek onze verschillende formules.