Preventief alcohol- en drugbeleid: cao 100 toepassen in de onderneming

Op basis van cao 100 zijn bedrijven verplicht om een preventief alcohol- en drugbeleid uit te werken. Het beleid bestaat uit een beleidsverklaring, regels over alcohol- en drugsgebruik en procedures bij eventuele functioneringsproblemen door alcohol of drugs.
©:

gepubliceerd op 16.04.24 door de redactie, prevent.be

Geactualiseerd op:

Wettelijk kader

De bepalingen over het preventief alcohol- en drugsbeleid in de onderneming zijn vastgelegd in de Collectieve Arbeidsovereenkomst nr. 100 van 1 april 2009 (afgekort tot cao nr. 100). Deze collectieve arbeidsovereenkomst is algemeen verbindend verklaard door het KB van 28 juni 2009 verschenen in het Belgisch Staatsblad van 13 juli 2009 28/06/2009.

Waarom een beleid voeren?

Probleemgebruik van zowel alcohol als drugs overstijgt de individuele keuze. Er zijn bovendien heel wat nadelige gevolgen aan verbonden. Werknemers die te veel drinken of drugs gebruiken, zijn vaker afwezig dan anderen en hebben een lagere productiviteit. Probleemgebruik van alcohol en drugs verhoogt ook de kans op fouten en ongevallen. De werksfeer gaat erop achteruit. Geen enkel bedrijf is trouwens immuun voor het probleem. Daarom is het opzetten van een beleid zeker nodig. 

Een beleid in twee fasen uitwerken

De werkgever moet een preventief alcohol- en drugbeleid opzetten aangepast aan zijn bedrijf. De uitwerking gebeurt in twee fasen.

In een eerste fase bepaalt de werkgever de uitgangspunten en de doelstellingen van het preventief alcohol- en drugbeleid. Hij stelt een beleids- of intentieverklaring op met daarin de krijtlijnen van het beleid. 

In een tweede fase kan de werkgever het beleid verder uitwerken door regels op te stellen over het gebruik van alcohol op het werk en procedures vast te leggen die moeten gevolgd worden bij het vaststellen van een disfunctioneren ten gevolge van alcoholgebruik. De tweede fase is facultatief, maar is verplicht als de werkgever beslist om alcohol- en drugtesten te integreren in het beleid.

Of een bedrijf wel of niet overgaat tot de tweede fase hangt af van het bedrijf zelf: Welke doelstellingen worden voorop gezet? Tot waar wil het bedrijf gaan? Als enkel de eerste fase wordt uitgevoerd, dan houdt men het op een algemeen kader waarbij enkel de basisprincipes worden uitgetekend. Ook de tweede fase uitwerken vergt alvast een meer gedetailleerde beleidsverklaring waarin reeds aangegeven wordt dat de nodige regels, procedures, bijstand en opleiding het preventief alcohol- en drugbeleid vormgeven.

Een beleids- of intentieverklaring opstellen

De beleids- of intentieverklaring omschrijft het basisprincipe en de doelstellingen van het preventief alcohol- en drugsbeleid. Het opstellen van de verklaring is verplicht voor alle werkgevers en moet bovendien: 

  • voor advies voorgelegd worden aan het comité (en als dat niet is opgericht: de vakbondsafvaardiging, en bij gebrek aan zo’n afvaardiging: rechtstreekse participatie)
  • opgenomen worden in het arbeidsreglement, en
  • gecommuniceerd worden aan alle werknemers

Voorbereiding

De beleidsverklaring wordt uitgewerkt in overleg met de diverse actoren in het bedrijf op basis van een analyse van de huidige situatie om na te gaan:

  • op welke wijze het bedrijf momenteel omgaat met alcohol en drugs
  • wat mogelijke knelpunten zijn op organisatieniveau (het is niet de bedoeling om probleemgebruikers op te sporen)
  • welke verwachtingen er leven binnen de organisatie

Voor de analyse wordt best een bevraging uitgevoerd bij sleutelfiguren in de organisatie (bv. de hr-manager, de interne preventieadviseur, leden van het comité, een aantal leidinggevenden en werknemers). Voor de analyse kan gebruik worden gemaakt van een tool.

Basisprincipe

Het preventief alcohol- en drugbeleid berust best op een basisprincipe. Een dergelijk principe kan bijvoorbeeld zijn dat alcohol- en druggebruik beschouwd wordt als een privézaak, of dat veiligheid een absolute prioriteit is en dat er daarom een nultolerantie geldt, of dat het kansen geven aan werknemers met problemen steeds voorop staat.

Doelstellingen

In het beleid worden duidelijke doelstellingen aangegeven. Voorbeelden van dergelijke doelstellingen zijn:

  • werknemers bewustmaken van de gevaren die te maken hebben met het gebruik van alcohol- en drugs
  • een opleiding geven aan leidinggevenden zodat ze tijdig disfunctioneren te wijten aan alcohol- en drugs herkennen
  • kansen bieden aan werknemers met problemen om een beroep te doen op bijstand zonder dat ze voor hun job moeten vrezen
  • duidelijke regels en procedures opstellen zodat er adequaat kan ingegrepen worden bij problemen

Het beleid uitwerken in regels en procedures

Het opstellen van een beleidsverklaring volstaat om te voldoen aan de verplichtingen van de cao. Een bedrijf kan er echter voor kiezen om de aanpak verder uit te werken en te concretiseren in de nodige regels en procedures.

Regels opstellen

De regels inzake alcohol- en drugs zijn vooral bedoeld om te verduidelijken wat mag/niet mag op het vlak van alcohol- en druggebruik. Ze zijn steeds van toepassing op alle personeelsleden.

Ze kunnen bijvoorbeeld te maken hebben met:

  • de (on)beschikbaarheid van alcohol op het werk
  • het binnenbrengen van alcohol en drugs
  • het werkgerelateerde gebruik van alcohol en drugs

De regels hebben het onder meer over het gebruik van alcohol in de refter, tijdens feesten of bij de ontvangst van bezoekers. Voorbeelden: 

  • het gebruik van alcoholische dranken tijdens de werkuren is verboden
  • het gebruik van illegale drugs is verboden
  • alcoholische dranken mogen geconsumeerd worden tijdens de middagpauze, maar het moet beperkt blijven tot maximum twee standaardglazen (cfr. verkeersregels)
  • een beperkte consumptie van alcoholische dranken tijdens sociale activiteiten is toegelaten onder welbepaalde voorwaarden (verder te specificeren)
  • alcoholgebruik buiten de onderneming (bv. tijdens de lunchpauzes) mag het functioneren niet negatief beïnvloeden
  • de beschikbaarheid van alcoholische dranken in het bedrijf wordt beperkt tot licht-alcoholische dranken

Bij het opstellen van de regels wordt best rekening gehouden met de heersende bedrijfscultuur. Eventueel kan wel een geleidelijke verstrenging (stapsgewijs) vooropgezet worden. 

Procedures bij disfunctioneren

De werkgever kan ook procedures vastleggen bij disfunctioneren. Het gaat over procedures die moeten gevolgd worden bij de vaststelling van een:

  • disfunctioneren op het werk dat te wijten kan zijn aan alcohol- en druggebruik
  • overtreding van de regels inzake alcohol- en druggebruik

De procedures zijn er vooral op gericht om een werknemer te wijzen op de mogelijke gevolgen van zijn disfunctioneren. Op die manier kan de werknemer aangezet worden om de problemen aan te pakken. Als de procedures disciplinaire maatregelen omvatten zoals een waarschuwing of een opschorting van de arbeidsovereenkomst, dan moeten ze opgenomen worden in het arbeidsreglement.

Het optreden bij een (vermoedelijk) acuut misbruik verloopt anders dan bij een (vermoedelijk) chronisch misbruik:

  • Acuut misbruik: De werknemer heeft zoveel alcohol of drugs gebruikt, dat hij op dat ogenblik niet meer normaal kan functioneren. Snel optreden is noodzakelijk, onder meer uit veiligheidsoverwegingen, en gaat doorgaans gepaard met de vaststelling van werkonbekwaamheid (naar huis sturen van de betrokkene op veilige wijze, bv. met de taxi). Follow-up achteraf is vereist.
  • Chronisch misbruik: De werknemer functioneert herhaaldelijk (gedurende een bepaalde periode) minder goed tot slecht als gevolg van een vermoedelijk alcohol- of drugprobleem. In dat geval berusten de procedures op een tussenkomst door de leidinggevende en een verdere ondersteuning door gespecialiseerde hulpverlening. Zo vroegtijdig mogelijk ingrijpen is het meest effectief en daarom is het belangrijk om leidinggevenden op te leiden om signalen te herkennen en het gesprek aan te gaan.

Overleg en opname in het arbeidsreglement

Net zoals de beleids- of intentieverklaring moeten de regels en procedures inzake alcohol- en druggebruik voor advies voorgelegd worden aan het comité pbw. Na dat advies moeten de regels en procedures ook een plaats krijgen in het arbeidsreglement. 

Organisatie van alcohol- en drugtesten

De werkgever kan slechts alcohol- en drugtesten toepassen onder bepaalde voorwaarden: hij moet:

  • de nodige stappen gezet hebben om het beleid uit te werken in concrete regels en procedures
  • de regels vastleggen om de testen toe te passen (opnemen in de regels en procedures, zie hoger)
  • de toepassingsvoorwaarden respecteren (o.m. enkel in het kader van preventie en met toestemming)
  • de mogelijkheid om testen af te nemen en de voorwaarden opnemen in het arbeidsreglement

De alcohol- en drugtesten kaderen in het preventief alcohol- en drugbeleid. De testen die bedoeld worden in het kader van de cao nr. 100, zijn eerder ademtesten en psychomotorische testen zoals vaardigheidsproeven of eenvoudige reactietesten. Het gaat om niet-geijkte testen. De testen geven dan ook enkel een positieve of negatieve indicatie en geen uitsluitsel over de intoxicatie. 

De arbeidsarts kan eventuele onderzoeken enkel uitvoeren in het kader van het gezondheidstoezicht en testen om alcohol en drugs op te sporen mag hij enkel gebruiken om na te gaan of er geen tegenindicaties zijn om een bepaalde functie uit te oefenen (bv. veiligheidsfunctie) en dan nog enkel met toestemming van de werknemer. Op basis van de gezondheidsbeoordeling (waaronder de testen) kan hij een advies geven voor de geschiktheid van de werknemer voor de functie, maar hij mag geen verslag uitbrengen over de resultaten van de specifieke testen.

Rol van de verschillende actoren

Bij de uitwerking en implementatie van het beleid hebben alle actoren een rol. Onderstaande tabel geeft een overzicht.

Tabel Verplichtingen van de verschillende actoren uit het welzijnsbeleid inzake het preventief alcohol- en drugbeleid 

Wie RolVerplichtingen
Werkgever Verantwoordelijk voor het welzijnsbeleid- beleid uitwerken (beleidsverklaring, regels en procedures bepalen)
- beleid vastleggen in het arbeidsreglement
- beleid evalueren
- advies vragen aan het comité/de preventiediensten
- de hiërarchische lijn en de werknemers informeren/opleiden
Hiërarchische lijn Beleid uitvoeren- problemen liefst vroegtijdig herkennen
- probleemgedrag vaststellen
Werknemers Meewerken aan het beleid- de regels inzake alcohol- en druggebruik respecteren
- situaties signaleren die een onmiddellijk en ernstig gevaar betekenen voor de veiligheid en de gezondheid
Preventiedienst (intern of extern)De werkgever, de hiërarchische lijn en de werknemers bijstaan bij de uitwerking van het beleid- wijzen op risico's 
- factoren aangeven die aan de basis kunnen liggen van ongevallen/incidenten
- advies geven over voorgestelde maatregelen
- initiatieven inzake informatie/opleiding
Arbeidsarts Gezondheidstoezicht  - als een probleem inzake alcohol en drugs wordt vastgesteld tijdens het gezondheidstoezicht: hulp en informatie geven
- kan enkel specifieke alcohol- en drugtesten uitvoeren in het kader van het gezondheidstoezicht (om de geschiktheid voor een functie te beoordelen) 
Comité pbwActief bijdragen aan het welzijnsbeleid- meewerken aan het preventiebeleid
- advies geven over de maatregelen die de werkgever voorstelt inzake alcohol en drugs
- voorstellen doen
- de toepassing van het preventief alcohol- en drugbeleid evalueren

Meer weten Nationale Arbeidsraad: Preventief alcohol- en drugsbeleid in de onderneming 

Upgrade jouw abonnement

Deze tekst is momenteel niet toegankelijk binnen jouw abonnementsformule. 
Ontdek onze verschillende formules.