Fiets en werk

Steeds meer mensen nemen de (elektrische) fiets om naar het werk te gaan. In 2023 gebruikte 32% van de werknemers de fiets om naar het werk te gaan (als hoofdvervoermiddel of om zich bijvoorbeeld naar het ​​station te verplaatsen). Het aandeel fietsen in het woon-werkverkeer (als belangrijkste vervoermiddel) steeg tussen 2005 en 2021 met 80% en bedraagt ​​nu bijna 15% (2023). 

Enkele vaststellingen over risico’s voor fietsers in het verkeer:

• Fietsers hebben, na motorrijders, het hoogste risico op ernstige of dodelijke verwondingen per afgelegde kilometer. Fietsers hebben een risico per kilometer dat 23 keer hoger is dan dat van een gemiddelde autobestuurder.
• Gemiddeld valt er één ernstig gewonde fietser per 2,7 miljoen afgelegde kilometer en één dode per 37 Mkm. Ter vergelijking: bij de autobestuurders is dit één ernstig gewonde per 50 Mkm en één dode per 167 Mkm.
• E-bikers lopen meer kans om ernstig gewond te raken dan klassieke fietsers.
• Oorzaken van fietsongevallen hebben vaak te maken met het verkeerd inschatten van een situatie (bv. de snelheid van een andere weggebruiker, het niet opmerken van obstakels, het niet onderkennen van de dode hoek). Hierdoor kunnen fietsers botsen, vallen of onder een ander voertuig terechtkomen.
• Andere factoren die bijdragen tot fietsongevallen zijn:
  - een gebrekkige infrastructuur (bv. het ontbreken van fietspaden, oneffenheden in het wegdek, een ontoereikende verlichting)
  - weers- en tijdsomstandigheden (bv. ijzel, sneeuw, wind, ochtend- en avondschemering)
  - onaangepast gedrag van andere weggebruikers (bv. auto’s die te weinig afstand houden)