ADR: vrijstelling voor beperkte hoeveelheden

Beperkte hoeveelheden: probleemstelling

Gevaarlijke goederen die bij kortstondige blootstelling schade berokkenen, worden beschouwd als transportgevaarlijke goederen. Het vervoer van gevaarlijke goederen moet verlopen volgens de ADR-regelgeving.  

In de ADR-regelgeving staan voorschriften om ongevallen met deze goederen te voorkomen. Tot die voorschriften behoren onder meer strenge opleidingseisen, gevolgd door een ‘staatsexamen’ voor de ADR-chauffeur en de veiligheidsadviseur. De veiligheidsadviseur adviseert over de ADR-voorschriften voor indeling, verpakking, signalisatie en vervoer, en de chauffeur weet, dankzij zijn vorming, waarmee hij bezig is en past de, voor hem van toepassing zijnde, voorschriften toe.

Die ADR-voorschriften zijn echter niet van toepassing op het vervoer van transportgevaarlijke goederen die in beperkte hoeveelheden worden verpakt en voor vervoer worden aangeboden: de aanstelling van een veiligheidsadviseur is niet vereist en de chauffeur moet de verplichte ADR-chauffeursopleiding niet volgen. De kans is dan ook groter dat de vereiste kennis ontbreekt om de ADR-regelgeving helemaal correct toe te passen.

In veel kmo’s zijn transportgevaarlijke goederen slechts in beperkte mate aanwezig en wordt er daarom vaak een beroep gedaan op de vrijstelling voor beperkte hoeveelheden. Dat echter zonder goed te weten welke ADR-verplichtingen van toepassing blijven. 

Meestal weet men alleen dat er op de verpakking het speciale merkteken voor beperkte verpakkingshoeveelheden (ook LQ, limited quantities, of in Nederland ‘gelimiteerde verpakkingshoeveelheden’ genoemd) moet aangebracht worden (zie figuur 2).