Soort onderwijs
In Vlaanderen zijn er twee soorten onderwijs: het officieel onderwijs en het vrij onderwijs. Officieel onderwijs wordt georganiseerd door de overheid. Het gaat over de scholen van het gemeenschapsonderwijs (GO!) of provinciale, stedelijke of gemeentescholen. Vrije scholen zijn alle scholen die niet door de overheid worden georganiseerd.
De organisator van het onderwijs is het schoolbestuur en dat is ook de werkgever. In het officieel onderwijs is het schoolbestuur de overheid, met name het provincie-, stads- of gemeentebestuur of de scholengroep in het gemeenschapsonderwijs. In het vrij onderwijs is het schoolbestuur een vzw.
Schoolbestuur = werkgever
De middelen voor de organisatie van het onderwijs worden verstrekt door de Vlaamse overheid. Het is echter niet de Vlaamse overheid die instaat voor de organisatie van een school. Die verantwoordelijkheid ligt bij het schoolbestuur. Het schoolbestuur treedt op als werkgever en vult vanuit die hoedanigheid alle verplichtingen op basis van de wetgeving welzijn op het werk in. Zo moet het schoolbestuur een interne dienst voor preventie en bescherming op het werk oprichten, samengesteld uit preventieadviseurs die werknemers zijn van het schoolbestuur. Daarnaast moet het schoolbestuur zich aansluiten bij een externe dienst voor preventie en bescherming voor taken die de interne dienst niet zelf kan uitvoeren (bv. gezondheidstoezicht, psychosociale aspecten). Het oprichten van een gemeenschappelijke interne dienst door verschillende schoolbesturen is in Vlaanderen geen gangbare praktijk. Een uitzondering is de gemeenschappelijke preventiedienst voor het gemeenschapsonderwijs die alle GO!-scholengroepen overkoepelt.
Geen afzonderlijk ambt
Preventieadviseur is in het Vlaamse onderwijs geen afzonderlijk ambt. Dat betekent dat schoolbesturen middelen moeten vrijmaken (voornamelijk in tijdsbesteding (‘uren’)) om de functie in te vullen. De preventieadviseurs die in de interne dienst werken, vervullen de opdrachten ook steeds vanuit een ander ambt (bv. ambt van leerkracht). Wie de opdrachten invult en welke tijdsbesteding daartegenover staat, behoort tot de autonomie van de schoolbesturen.
