Wettelijk kader
Het
koninklijk besluit van 22 februari 2018 tot wijziging van diverse koninklijke besluiten in het kader van het toezicht op het welzijn op het werk in de schoot van het ministerie van Landsverdediging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 26 maart 2018. De dienst van het ministerie van Landsverdediging belast met het toezicht op het welzijn op het werk, moet de leden van de dienst aanduiden die als ambtenaren belast met het toezicht op de naleving van de welzijnswet van 4 augustus 1996, beschouwd worden. Daarom wijzigt dit besluit het
KB uit 2002 over het toezicht op de wetgeving welzijn op het werk.
Toezicht
Die personen oefenen het toezicht uit ten aanzien van de militairen en de leden van het burgerpersoneel die behoren tot het ministerie van Landsverdediging, evenals ten aanzien van iedere persoon die wordt gelijkgesteld met een werknemer van het ministerie van Landsverdediging.
De inrichtingen van het ministerie van Landsverdediging waar werken uitgevoerd worden door personeel dat geen deel uitmaakt van dit ministerie, mogen door de sociaal inspecteurs van de directie-generaal Toezicht op het Welzijn op het Werk betreden worden.
Kwalificaties en onafhankelijkheid
De minister van Defensie wijst de personen aan en treft de nodige maatregelen om hun kwalificaties en hun onafhankelijkheid te waarborgen. De onafhankelijkheid van de inspectiedienst wordt geborgd door het feit dat deze weliswaar aan de minister van Defensie rapporteert, maar dat laatstgenoemde niet optreedt in het feitelijke onderzoek dat deze dienst uitvoert.
Bron: Koninklijk besluit van 22 februari 2018 tot wijziging van diverse koninklijke besluiten in het kader van het toezicht op het welzijn op het werk in de schoot van het Ministerie van Landsverdediging