Oorzaken van ongevallen met vrachtwagens en bussen
BART
Het Belgian Accident Research Team (BART) maakt deel uit van het Observatorium voor de Verkeersveiligheid dat zich bezig houdt met het in kaart brengen van evoluties binnen verkeersveiligheid. Het Observatorium maakt een analyse van de data die voortkomt uit de verkeersongevallenformulieren die ingevuld worden door de politiediensten wanneer zich een letselongeval voorgedaan heeft. Omdat deze informatie slechts beperkte informatie bevat, werd in 2009 een pilootproject opgestart dat diepteonderzoek doet naar de oorzaken van ongevallen. Het BART analyseerde de gerechtelijke dossiers van vrachtwagen- en busongevallen die plaatvonden in de provincie Oost- en West-Vlaanderen in de periode 2000 tot 2006. Het onderzoeksteam ging onder andere na in welke omstandigheden het ongeval plaatsvond, wat de aanleiding was van de botsing, hoe de betrokkenen gereageerd hebben om het ongeval te vermijden, wat de gevolgen waren. Uit de kennis van al deze factoren werden preventieve maatregelen afgeleid.
Ongevallen met vrachtwagens en bussen
Het onderzoeksrapport van het BART begint met de analyse van de ongevallencijfers in heel België. Daaruit blijkt dat ongevallen met vrachtwagens en bussen minder vaak voorkomen. Het aantal ongevallen per miljard afgelegde kilometers blijkt voor vrachtwagen maar half zo hoog dan voor alle voertuigen samen. Daarentegen zijn ongevallen met vrachtwagens en bussen wel dodelijker. Liefst in 12% van alle dodelijke ongevallen is een vrachtwagen betrokken. In 2007 ging het om 156 van de 1.305 ongevallen met doden. De slachtoffers zijn daarbij vaak niet de inzittenden van de vrachtwagen, maar wel de bestuurders en passagiers van personenauto’s of zwakke weggebruikers (84% van de verkeersdoden met vrachtwagens).
Andere opvallende cijfers hebben te maken met de plaats en het tijdstip van ongevallen met vrachtwagens. Zo lopen vrachtwagenchauffeurs meer risico om bij een dodelijk ongeval betrokken te raken in Vlaanderen dan in Wallonië of Brussel (zie grafiek 1).
Grafiek 1: Dodelijk risico* voor vrachtwagens en alle weggebruikers samen per gewest
* Aantal voertuigen per miljard voertuig km die in een dodelijk ongeval betrokken waren.
Daarnaast is de kans om een dodelijk ongeval te hebben voor vrachtwagens drie keer hoger buiten de autosnelwegen dan op de autosnelweg (zie grafiek 2).
Grafiek 2: Dodelijk risico* op autosnelwegen en andere wegen in Vlaanderen en Wallonie
* Aantal voertuigen per miljard voertuig km die in een dodelijk ongeval betrokken waren.
Van de ongevallen die buiten de autosnelweg gebeuren, vindt de meerderheid (61%) van de vrachtwagenongevallen niet op een kruispunt plaats. Bij de vrachtwagenongevallen die op kruispunten plaatsvinden zijn relatief vaak fietsers betrokken. Bijna de helft (46,5%) van de dodelijke slachtoffers die bij vrachtwagenongevallen op kruispunten vielen, waren fietsers. Bij ongevallen op de wegstukken tussen kruispunten maken fietsers maar een zeer klein percentage uit van de dodelijke slachtoffers (5,6%). De overgrote meerderheid van de vrachtwagenongevallen (80%) vindt overdag, tijdens de week plaats. Ze zijn ook minder onderhevig aan een spitsuurpatroon dan ongevallen met andere weggebruikers.
“Bijna de helft (46,5%) van de dodelijke slachtoffers die bij vrachtwagenongevallen op kruispunten vielen, waren fietsers.”
Oorzaken van ongevallen met vrachtwagens
In het kader van het pilootproject werd een literatuurstudie gedaan naar de oorzaken van vrachtwagenongevallen. Er wordt daarbij meestal uitgegaan van oorzaken op het vlak van gedrag, infrastructuur en voertuigtechniek. 9 op de 10 ongevallen zou veroorzaakt zijn door menselijk falen.
Op het vlak van gedrag spelen kijkgedrag, afleiding, leeftijd, ervaring, vermoeidheid, snelheid en alcohol- en middelengebruik een rol in ongevallen met vrachtwagens. Daarmee verschillende ze niet met de oorzaken andere typen ongevallen. Wel komen sommige oorzaken vaker voor bij vrachtwagenongevallen dan bij andere ongevallen zoals vermoeidheid en afleiding. Alcoholgebruik en leeftijd spelen dan weer veel minder een rol bij ongevallen met vrachtwagens.
Weggerelateerde factoren die een rol spelen bij vrachtwagenongevallen zijn wegwerkzaamheden, files en infrastructuur op de weg (scherpe bochten smalle rijstroken, korte op- en afritten,…) en buiten de weg (signalisatie, objecten langs de weg die te dicht bij de weg staan,…).
Op het vlak van voertuigtechnische factoren is de compatibiliteit tussen vrachtwagens en lichtere voertuigen een belangrijk probleem. Vrachtwagens hebben door hun grootte duidelijk een voordeel tegenover andere voertuigen. Zo kunnen auto’s bij een ongeval onder de vrachtwagen terechtkomen en daardoor geen gebruik kunnen maken van hun kreukelzone. Daarenboven hebben vrachtwagenbestuurders een beperkt zicht vanuit de hoge cabine waardoor een aantal dode hoeken ontstaat.
Ongevalprofielen
Het onderzoeksteam van BART analyseerde in totaal 125 gerechtelijke dossiers uit het arrondissement West-Vlaanderen. Het ging om ongevallen waarbij maximum 4 voertuigen betrokken waren, waaronder 1 vrachtwagen of bus, met doden of gewonden, die plaatsvonden in de periode 1 januari 2000 tot 31 december 2006, waarbij een gerechtelijk deskundige gevorderd werd en waarin een eindbeslissing genomen werd. 113 van de 125 dossiers konden ingedeeld worden in ongevalprofielen.
Door de individuele ongevallen met elkaar te vergelijken, konden gelijkaardige ongevallen gebundeld worden in een ongevalprofiel. In de profielen komen de gelijkenissen in het verloop van de ongevallen tot uiting. Een profiel bevat het typisch verloop van de ongevallen die hierin zijn ondergebracht, de verschillende oorzaken, de gevolgen en preventieve maatregelen voor deze groep ongevallen.
Op die manier werden 19 ongevalprofielen opgesteld. Dit zijn de belangrijkste categorieën: ongevallen op kruispunten en met dwarsend verkeer (24,8%), ongevallen tussen zware voertuigen en zwakke weggebruikers door zichtproblemen rond het zware voertuig (dode hoek) (16,8%), kopstaart ongevallen (24%), bestuurder wijkt af van zijn rijstrook (22,4%).
Voorstellen en on-the-spot diepteonderzoek
In het onderzoeksrapport geven de onderzoekers van BART heel wat suggesties voor preventieacties (zie kader). Die gaan van opleidingen ronde dode hoek problematiek tot BOB-campagnes en suggesties tot technische verbeteringen van de vrachtwagens. Over infrastructurele aanpassingen worden in dit pilootproject nog geen voorstellen gedaan.
In de toekomst is het echter de bedoeling om niet enkel ongevallen met vrachtwagens en bussen te analyseren. De onderzoekers wensen ook ter plekke te kunnen gaan wanneer zich een ongeval voordoet om meteen een diepteanalyse te kunnen maken. Op die manier kunnen de betrokkenen meteen ondervraagd worden en kan ook de infrastructuur beter geanalyseerd worden.
Kader: Enkele voorbeelden van preventiemaatregelen
Gedrag | Voertuig |
- Anticiperend rijden - Degelijke rijopleiding jonge bestuurders - Kijktechnieken bestuurders zware voertuigen (dode hoek) - Opleiding en sensibilisatie zwakke weggebruikers over dode hoeken - Rijvaardigheidsopleiding - Sensibilisatie gedrag bij voertuig in panne - Sensibilisatie gebruik van signalen in het verkeer - Campagnes rond vermoeidheid in het verkeer - Campagnes rond afleiding in het verkeer - Campagnes en controles rond alcohol in het verkeer - … |
- Dode hoek spiegels/camera’s op alle vrachtwagens (dode hoek rechts en voor cabine) - Cabines met meer glasoppervlak voor direct zicht - Blind Spot Detection op zware voertuigen - Auditief en/of visueel signaal op afslaande vrachtwagens - Achteruitrijcamera’s op alle vrachtwagens - Auditief signaal bij achteruitrijden - Parkeersensoren vooraan en achteraan - Dagrijlichten - Extra flankverlichting op vrachtwagens - … |
Bron: Pilootproject multidisciplinair diepteonderzoek van ongevallen met vrachtwagens in Oost- en West-Vlaanderen; Eindrapport jaar 1; Belgian Accident Research Team; BIVV