In het kader van de herziening van Richtlijn 2009/148/EG betreffende de bescherming van werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan asbest op het werk heeft de Europese Commissie het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) gevraagd de wetenschappelijke relevantie van de huidige grenswaarde voor beroepsmatige blootstelling (GWBB) aan asbest te evalueren. Wat is de aanleiding voor dit verzoek? En tot welke conclusie komt ECHA in zijn verslag, dat op 1 februari 2021 werd gepubliceerd?
De lidstaten hebben bij de Europese Commissie voorstellen ingediend om de Europese machinerichtlijn te verbeteren. De Commissie bundelde deze voorstellen in het document Proposals for the Revision of Directive 2006/42/EC on machinery (Machinery Working Group).
Op basis van de machinerichtlijn moeten fabrikanten een CE-markering aanbrengen op een machine na het doorlopen van conformiteitsbeoordelingsprocedures. Deze procedures zijn erop gericht om aan te tonen dat de machine in overeenstemming is met de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen. Voor sommige types van machines kan hiervoor de tussenkomst van een aangemelde instantie vereist zijn. Deze types zijn opgesomd in bijlage IV van de richtlijn.
In opdracht van het Nederlandse Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voerde Prevent een vergelijkende studie uit naar de wijze waarop een aantal Europese landen de belangrijkste onderdelen van de Kaderrichtlijn hebben ondergebracht in hun eigen reglementaire kader. Deze artikelenreeks is een exclusief initiatief van Prevent en verschijnt onder de verantwoordelijkheid van de redactie.
In opdracht van het Nederlandse Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voerde Prevent een vergelijkende studie uit naar de wijze waarop een aantal Europese landen de belangrijkste onderdelen van de Kaderrichtlijn hebben ondergebracht in hun eigen reglementaire kader. Deze artikelenreeks is een exclusief initiatief van Prevent en verschijnt onder de verantwoordelijkheid van de redactie.
In opdracht van het Nederlandse Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voerde Prevent een vergelijkende studie uit naar de wijze waarop een aantal Europese landen de belangrijkste onderdelen van de Kaderrichtlijn hebben ondergebracht in hun eigen reglementaire kader. Deze artikelenreeks is een exclusief initiatief van Prevent en verschijnt onder de verantwoordelijkheid van de redactie.
In opdracht van het Nederlandse Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voerde Prevent een vergelijkende studie uit naar de wijze waarop een aantal Europese landen de belangrijkste onderdelen van de Kaderrichtlijn hebben ondergebracht in hun eigen reglementaire kader. Het eindrapport hiervan1 werd recentelijk neergelegd en aanvaard door de opdrachtgever.
Richtlijn 2019/1833/EU voert aanpassingen door in de richtlijn over biologische agentia. De lidstaten moeten deze aanpassingen ten laatste op 20 november 2021 in nationale wetgeving doorvoeren.
De Europese richtlijn 89/656/EEG handelt over het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (pbm) op het werk. De richtlijn bevat drie bijlagen die gebruikt kunnen worden bij de keuze van pbm. De Europese richtlijn 2019/1832/EU actualiseert deze drie bijlagen.
De Europese machinerichtlijn (2006/42) regelt het op de markt brengen van machines en bevat eisen voor fabrikanten. In het kader van het REFIT-programma, bedoeld om de effectiviteit van de Europese wetgeving na te gaan, werd ook de machinerichtlijn aan een evaluatie onderworpen. Over het algemeen worden de effecten van de richtlijn als positief beoordeeld. Bijsturingen zijn nodig op het vlak van markttoezicht en om beter te kunnen inspelen op digitale ontwikkelingen.