Een kwart van de Belgen besteedt de volledige werktijd of het grootste deel ervan aan het werken met een computer, tablet of smartphone. Dat blijkt uit cijfers van Statbel, het Belgische statistiekbureau.
De groeiende behoefte aan persoonlijke en huishoudelijke diensten leidde de laatste jaren tot een flinke groei van de dienstenchequesector. De sector wordt echter met verschillende uitdagingen geconfronteerd, waaronder de bescherming van het welzijn op het werk.
Een van de vele gezondheidsparadoxen is dat het uitoefenen van fysiek zware jobs niet noodzakelijk tot meer fitheid en dus een betere gezondheid leidt. In dit artikel bekijken we deze risk-benefit paradox of exercise van naderbij en zetten we de (mogelijke) verklaringen op een rijtje. Er wordt ook aandacht besteed aan studies en commentaren die het bestaan van deze paradox in twijfel trekken.
Uit het Zwitserse luik van de Europese enquête naar de arbeidsomstandigheden die Eurofoud in 2015 in 35 Europese landen heeft uitgevoerd, blijkt dat de fysieke belasting op het werk stijgt.
Om een voorwerp vast te nemen tijdens het uitvoeren van bepaalde taken, rekken we ons soms heel fel uit. Als je dergelijke beweging en handeling regelmatig uitvoert, raken de spieren vermoeid en treden er letsels op. Het aanpassen van de grijpafstand biedt een mogelijke oplossing. Zowel de horizontale als de verticale grijpafstand spelen een rol.
De Nederlandse Gezondheidsraad heeft onderzocht of het mogelijk is grenswaarden op te stellen voor staand, geknield en gehurkt werken. Het onderzoek gebeurde aan de hand van wetenschappelijke gegevens over de nadelige gezondheidseffecten van staand, geknield en gehurkt werken.
De ophaling van het huishoudelijk afval is een belangrijke activiteit, vooral nu er steeds meer afval geproduceerd wordt. Het “Institut de recherche Robert-Sauvé en santé et en sécurité du travail” (IRSST) bestudeerde de risico’s verbonden aan deze activiteit via een observatie van de vuilnisophalers op het terrein. Het doel van dit onderzoek (1) was het opsporen van de hanteringsstrategieën van de vuilnisophalers en deze te gebruiken als basis voor een optimalisering van de opleidingen ‘hantering van lasten’ die momenteel gegeven worden.
Het beroep van kapper houdt een pak risico’s in. Alert zijn voor en leren omgaan met de risico’s van het vak begint al op de schoolbanken. Luc De Clerck heeft daarom het Provinciaal Instituut voor Haartooi en Schoonheidszorgen in Gent doorgelicht en de risico’s in kaart gebracht. Zijn resultaten vormden meteen de basis voor een reeks preventiemaatregelen.
Om overbelasting te definiëren en te diagnosticeren bestaat er een breed gamma aan termen en modellen. Onlangs werd aan dat repertorium de term of het model CANS toegevoegd. CANS staat voor ‘complaints of arm, neck and/or shoulder’. In beginsel is elke poging tot verduidelijking een goed initiatief, maar in het geval van CANS stelt zich een probleem. De term is immers sterk op diagnose en behandeling gericht en minder op preventie. In dit artikel formuleren we een alternatief.
Rik Op De Beeck en Freddy Willems, ergonomen Prevent