Het systeem van de niet-recurrente bedrijfsresultaatsgebonden voordelen, bepaald in cao 90 en in werking getreden in 2008, biedt de mogelijkheid een loonbonus toe te kennen aan werknemers. De nieuwe cao 90/4, die gesloten werd op 22 februari 2022, wijzigt lichtjes het systeem wat betreft de doelstellingen die betrekking hebben op het welzijn van de werknemers.
Op 9 december 2021 heeft de Europese Commissie een voorstel van richtlijn voorgelegd betreffende de verbetering van de arbeidsomstandigheden van mensen die werken via digitale platformen. Het voorstel voorziet in de bepaling van het professionele statuut van platformwerkers en voert het recht in om geautomatiseerde beslissingen die voortvloeien uit algoritmisch beheer, aan te vechten.
Naar aanleiding van een verzoek van een Uberchauffeur heeft de Commissie Arbeidsrelaties van de FOD Sociale Zekerheid op 26 oktober 2020 beslist de arbeidsrelatie tussen deze chauffeur en Uber als verloonde arbeidsrelatie te kwalificeren.
In november ging de 11.11.11-actie terug van start en waren de vrijwilligers weer alomtegenwoordig in het straatbeeld. In ons Actionummer van oktober vestigden wij daarom even de aandacht op het wettelijk kader van vrijwilligerswerk.
De ministerraad van 29 september 2017 keurde een voorontwerp van wet goed over de invoering van een mobiliteitsvergoeding als alternatief voor de bedrijfswagen.
De Wet van 11 december 2016 houdende diverse bepalingen inzake detachering van werknemers treedt in werking op 30 december 2016. Deze wet zet de richtlijn 2014/67/EU van 15 mei 2014 inzake de handhaving van richtlijn 96/71/EG betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers om in het Belgische arbeidsrecht. De wet kadert in de strijd tegen sociale dumping en oneerlijke concurrentie.
Sinds 1 oktober 2014 wordt huispersoneel onderworpen aan de sociale zekerheid. Elke burger die huispersoneel tewerkstelt voor huishoudelijke prestaties van overwegend manuele aard wordt als werkgever beschouwd en moet onder andere een arbeidsongevallenverzekering afsluiten voor het tewerkgestelde personeel.
Bepaalde occasionele activiteiten (babysitting, het gezelschap houden van oudere personen, enz.) blijven vrijgesteld van socialezekerheidsbijdragen.
Het KB van 13 juli 2014 tot opheffing van de artikelen 5 en 18 en tot wijziging van artikel 16 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders (BS 28 juli 2014) zorgt ervoor dat huispersoneel voortaan van dezelfde sociale zekerheid kan genieten als andere werknemers.
Op 18 juni 2014 verscheen een nieuwe wet die het toepassingsgebied van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers naar het huispersoneel uitbreidt. Deze wijziging van de Wet Welzijn is nodig om de wetgeving in overeenstemming te brengen met de bepalingen van het IAO-verdrag nr. 189 over het huispersoneel.
De ministerraad heeft op 7 november 2013 een ontwerp van koninklijk besluit goedgekeurd over het welzijn van de dienstboden en huispersoneel bij de uitvoering van hun werk. Eind februari 2014 gaf de Nationale Arbeidsraad een advies over dit ontwerp.