De interne dienst voor preventie en bescherming op het werk is wettelijk verplicht om een jaarverslag op te maken van de activiteiten van het voorbije werkjaar (2022). Door dat verslag krijgen de werkgever en het comité voor preventie en bescherming op het werk een goed overzicht van de werking van de preventiedienst.
Elke organisatie met 50 werknemers of meer is wettelijk verplicht om een comité voor preventie en bescherming op het werk (cpbw) op te richten. Het cpbw is een overlegorgaan dat bestaat uit werknemers- en werkgeversvertegenwoordigers. De werknemersafgevaardigden worden tijdens de sociale verkiezingen verkozen; de laatste verkiezingen vonden plaats eind 2020. De FOD Werkgelegenheid heeft een sensibiliseringsfilm over de werking van de cpbw’s gemaakt.
Nu de sociale verkiezingen achter de rug zijn, moeten de nieuwe comités voor preventie en bescherming op het werk (comité pbw) opgericht worden. Sommige ondernemingen krijgen voor het eerst te maken met een comité pbw. Daarom enkele tips.
Elke onderneming die in 2019 gewoonlijk minstens 50 werknemers tewerkstelde, moest in november 2020 sociale verkiezingen organiseren om onder meer de leden van het comité voor preventie en bescherming op het werk aan te duiden. De installatievergadering van het comité moet uiterlijk binnen de 45 dagen volgend op de dag van de verkiezingen gehouden worden.
Tijdens de sociale verkiezingen, die plaatsvinden tussen 16 en 29 november 2020, kiest men werknemersvertegenwoordigers voor twee overlegorganen: het comité voor preventie en bescherming op het werk (cpbw) en de ondernemingsraad (OR). In ondernemingen die tussen 50 en 99 werknemers tellen, neemt het comité pbw in bepaalde gevallen bevoegdheden op die normaal zijn voorbehouden aan de ondernemingsraad en de vakbondsafvaardiging (VA).
De Franse overheid voerde onlangs, in samenwerking met de Internationale Arbeidsorganisatie, een studie uit over discriminatie in verband met syndicale activiteiten in Frankrijk. Welke resultaten leverde dit onderzoek op? En is de Franse situatie vergelijkbaar met de Belgische? Een actueel onderwerp, want de sociale verkiezingen in ons land vinden plaats van 11 tot 24 mei 2020.
Net voor de zomer van 2016 rapporteerde de externe preventiedienst Attentia een bevraging bij meer dan 15 000 Belgisch werknemers over hun werkbeleving. Uit de enquête bleek dat de het gebrek aan inspraak frequent wordt gemeld als belastend, en dat lijkt op het eerste gezicht raar.
Een wetsvoorstel suggereert een herziening van de voorwaarden voor de ontslagbescherming van kandidaten bij de sociale verkiezingen. De indieners zijn van mening dat de bescherming, zoals ze tot op heden bestaat, ongelijkheid tussen werknemers creëert.
Wanneer er politieke verkiezingen plaatsvinden, proberen de politieke partijen zich met alle middelen te onderscheiden van hun opponenten. Heel anders gaat het eraan toe bij de sociale verkiezingen. De verkiezingsprogramma’s van de drie bonden wijken nauwelijks van elkaar af en van overdreven profileringsdrang is geen sprake.
Prevent sprak met bedrijfsbemiddelaar Bénédicte de Callataÿ over hoe men binnen het sociaal overleg een gemoedelijke en constructieve sfeer kan creëren.