Rechtspraak: vordering tot staking van pesterijen

In een beschikking van 1 april 2016 stelt de Arbeidsrechtbank van Henegouwen vast dat de wijziging van de arbeidsomstandigheden van een werknemer waartoe een werkgever had beslist, niet objectief gemotiveerd kan worden, de normale uitoefening van het werkgeversgezag overstijgt en een vorm van pesterijen uitmaakt. De rechtbank beveelt daarom de vordering tot staking van de feiten.

De feiten
Een reeks geschillen (vermindering van de verplaatsingskosten, verschillende informaticaproblemen,…) zorgen voor onenigheid tussen een informaticus en de algemeen directeur van de vennootschap die hem al meer dan zes jaar tewerkstelt. De werknemer, die misnoegd is over de situatie, post op een professionele website een bericht met de melding dat hij op zoek is naar een nieuwe job.

De relatie verslechtert en de betrokken werknemer wordt arbeidsongeschikt verklaard voor een periode van zes en een halve maand. Bij het begin van die periode stelt de werknemer een informele klachtenprocedure in, die evenwel op niets uitdraait. Enkel dagen voor de werkhervatting start hij een formele klachtenprocedure op.
De werkhervatting verloopt slecht. De sfeer is vijandig en de arbeidsomstandigheden van de werknemer werden ondertussen gewijzigd. Voortaan werkt hij afgezonderd in een ander kantoor. Hij is afgesneden van zijn collega’s en beschikt niet over kleine kantoorbenodigdheden. Hij moet het stellen met een computer die niet beantwoordt aan de behoeften van zijn functie en dient ondergeschikte taken uit te voeren (gegevensinvoer, enz.). Bovendien mag hij van de werkgever niet langer praten met zijn collega’s.

Vordering tot staking
Na drie weken beslist de werknemer een procedure in te leiden voor de Arbeidsrechtbank om de staking te bekomen van de pestmaatregelen waarvan hij het slachtoffer beweert te zijn.
De rechtbank stelt vast dat de werknemer daadwerkelijk een formele klacht heeft ingediend bij de preventieadviseur psychosociale aspecten, zoals voorzien in de interne procedure van het bedrijf. Bijgevolg verklaart de rechtbank het verzoek van de werknemer ontvankelijk en oordeelt de rechter dat, overeenkomstig de wet betreffende het welzijn op het werk (art. 32decies §2), de voorzitter van de arbeidsrechtbank het bestaan van feiten van pesterijen moet vaststellen en aan de dader de staking ervan moet bevelen binnen de door hem vastgestelde termijn, zelfs indien deze feiten onder het strafrecht vallen.


Rechterlijk bevel
Het bevel van de rechtbank kan enkel betrekking hebben op de feiten die aan de gang zijn op het ogenblik waarop het bevel wordt gegeven om er een einde aan te stellen. De handelingen die zich in de toekomst zouden kunnen herhalen, vallen hier eveneens onder. Dit betekent dat de rechtbank de maatregelen die de werkgever vóór de werkhervatting had genomen, weert uit het bevel. Die maatregelen kunnen nochtans als pesterijen worden gekwalificeerd, maar enkel in het kader van het onderzoek van de formele klacht.

Conflict of pesterijen?
In zijn analyse stelt de Voorzitter van de rechtbank vooreerst vast dat de werknemer op het ogenblik van de uitspraak opnieuw arbeidsongeschikt was verklaard. De feiten die de werkgever ten laste worden gelegd, hebben voornamelijk betrekking op de afzondering van de werknemer in een nieuw kantoor op het einde van de gang, alsook op zijn afscherming ten opzichte van de collega’s. De andere feiten (materiaal, informaticatools, gegevensinvoer, enz.) waren van ondergeschikt belang. De rechtbank tracht vervolgens de redenen te achterhalen van de overplaatsing van de werknemer naar een nieuw kantoor, en stelt vast dat de werkgever (die het argument van het comfort van de kantoorruimte en van de verwijdering uit zijn eigen bureau inroept) deze verhuizing op geen enkele objectieve wijze verantwoordt. De rechtbank moet in dit geval dus bepalen of het een conflict tussen personen betreft dan wel een feit van pesterijen.  

Artikel 32ter
Het is niet eenvoudig om een situatie van pesterijen te onderscheiden van een conflict tussen personen. In de zin van artikel 32ter van de wet betreffende het welzijn op het werk worden pesterijen op het werk omschreven als “een onrechtmatig geheel van meerdere gelijkaardige of uiteenlopende gedragingen die plaats hebben gedurende een bepaalde tijd, die tot doel of gevolg hebben dat de persoonlijkheid, de waardigheid of de fysieke of psychische integriteit van een werknemer bij de uitvoering van zijn werk wordt aangetast”. Om de situatie als pesterijen te kunnen kwalificeren, moet men dus enerzijds de herhaalde handelingen kunnen identificeren en anderzijds bepalen of die handelingen tot doel of gevolg hebben de persoon schade te berokkenen.
Het komt de persoon die een rechtsvordering instelt, toe feiten naar voren te schuiven die een begin van bewijs kunnen aantonen. Wanneer de feiten door de klagende partij zijn vastgesteld, dan moet de partij aan wie ze ten laste worden gelegd het eventueel toegekende karakter van pesterijen weerleggen.


Bewijselementen
De werknemer legt de rechtbank een aantal feiten voor die betrekking hebben op het geschil, met name de klacht, gegeven instructies, verklaringen van getuigen, foto’s van het bureau,… Hij legt eveneens een omstandig medisch dossier neer waarin zijn medisch probleem alsook de verzorging en therapieën die hij de voorbije maanden gekregen heeft, worden uiteengezet. De werkgever, van zijn kant, legt enkele schriftelijke verklaringen over van personeelsleden met wie de werknemer in contact stond en waaruit blijkt dat het nieuwe kantoor daadwerkelijk een van de mooiste van het bedrijf is.

Standpunt van de rechtbank
Volgens de rechtbank zijn de door de werkgever naar voren geschoven argumenten onvoldoende om de klacht over pesterijen af te wijzen. De voorzitter van de rechtbank stelt vast dat er geen objectieve rechtvaardiging is van de overplaatsing van de werknemer naar een nieuw kantoor buiten zijn gebruikelijke werkomgeving, noch van de afscherming van de betrokkene van zijn directe collega’s. Deze maatregelen lijken willekeurig, tergend of onrechtmatig, en overstijgen de normale uitoefening van het werkgeversgezag. Hij onderzoekt eveneens de gevolgen op medisch gebied. Het dossier maakt gewag van fysieke en psychologische decompensatie, slaapstoornissen, enz. Al die elementen worden door de arts toegeschreven aan de arbeidsomstandigheden. Op basis hiervan oordeelt de rechtbank dat er wel degelijk sprake is geweest van onrechtmatige gedragingen die de fysieke en psychische integriteit van de betrokken werknemer hebben aangetast, waarbij een intimiderende, vijandige, mensonwaardige of vernederende sfeer werd gecreëerd.

Bescherming in geval van klacht
De rechtbank stelt ook nog dat de werkgever, door de arbeidsomstandigheden te wijzigen, artikel 32tredecies van de wet betreffende het welzijn op het werk niet heeft nageleefd. Dat artikel verbiedt een dergelijke wijziging ten aanzien van een werknemer die een formele klacht heeft ingediend.

Staking van de feiten
De Voorzitter van de rechtbank verklaart de vordering van de werknemer ontvankelijk en beveelt de staking van elk onrechtmatig pestgedrag: de werknemer moet zijn oorspronkelijke bureau weer innemen en hij moet opnieuw taken en opdrachten toegewezen krijgen die overeenstemmen met zijn arbeidsovereenkomst. De rechtbank beveelt ook de bekendmaking van de rechterlijke beslissing op een zichtbare plaats in het bedrijf, en dit gedurende vijftien dagen.

Bron: Terra Laboris

: PreventActua 14/2016